In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
13.2 gaswisseling
Slide 1 - Tekstslide
Ademvolume
Ademfrequentie: aantal ademhalingen per minuut (in rust: 15x per min).
Ademvolume: de hoeveelheid lucht die bij één ademhaling in- en uitademt.
Vitale capaciteit: De maximale ademvolume
Restvolume: De hoeveelheid lucht die achterblijft in de longen na uitademen.
Longcapaciteit: totale longinhoud
‘Dode ruimte’: deel waar geen uitwisseling van gassen plaatsvindt.
BINAS 83B
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Open vraag
Bouw longblaasjes/ alveoli
BINAS 83A
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Gaswisseling - diffusie
De gaswisseling vind plaatst door diffusie.
Kost geen energie - door verschil in concentratie.
BINAS 83A
Slide 7 - Tekstslide
Optimale Gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
kleine diffusieafstand.
Slide 8 - Tekstslide
Optimale Gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
groot concentratieverschil:
- continue luchtverversing in longblaasjes door ventilatie
- Bloedstroom langs de longblaasjes voert steeds nieuw O2-arm bloed aan.
Slide 9 - Tekstslide
Optimale gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
Groot diffusie oppervlak (longblaasjes 70-80 m2)
Slide 10 - Tekstslide
Gaswisseling gaat langzamer als het oppervlak
A
toeneemt
B
afneemt
Slide 11 - Quizvraag
Gaswisseling gaat langzamer als de diffusieafstand
A
toeneemt
B
afneemt
Slide 12 - Quizvraag
Gaswisseling gaat langzamer als de longventilatie
A
toeneemt
B
afneemt
Slide 13 - Quizvraag
Een snorkel verbindt de mond via een pijp met de buitenlucht. Waardoor is met een snorkel de gaswisseling in de longen moeizamer?
A
De bloedstroom vertraagt onder water
B
De diffusieafstand is vergroot
C
De dode ruimte is groter
D
Er is een kleiner diffusieoppervlak
Slide 14 - Quizvraag
Noem de delen van de luchtwegen die samen de 'dode ruimte' vormen
Slide 15 - Open vraag
Gaswisseling bij aandoeningen
Astma: spiertjes rond de luchtwegen trekken samen. Luchtweg-ontsteking, slijmophoping: minder lucht bij de longblaasjes. Opgewekt door prikkelende stoffen. Niet continu.
COPD: verzamelnaam voor de ziekten longemfyseem en chronische bronchitis. Vaak veroorzaakt door roken.
Longemfyseem: kapotte longblaasjes en dichtgeklapte bronchiolen -> kleiner longoppervlak
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Welke factor verandert wanneer longblaasjes stuk gaan bij longemfyseem?
A
Diffusieoppervlak
B
Diffusieafstand
C
Concentratieverschil
Slide 18 - Quizvraag
Ademprikkel
Het ademcentrum in hersenstam reageert op prikkels van het lichaam (chemoreceptoren in de wand aorta):
1. pH bloed: lage pH/ hoge zuurgraad: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog
2. CO2-concentratie bloed: hoge CO2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog
Slide 19 - Tekstslide
Ademprikkel
3. Zeer lage O2-concentratie bloed: lage O2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog
4. Hormonen (zoals adrenaline) beïnvloeden ook je ademcentrum.