Par 5.3 De Gouden Eeuw - MH brugklas

Tijd van regenten en vorsten
De Republiek, een bijzonder land
par. 5.3 De Gouden Eeuw
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijd van regenten en vorsten
De Republiek, een bijzonder land
par. 5.3 De Gouden Eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de Republiek bestuurd werd en welke groep de meeste macht had.
  • Je kunt met een voorbeeld uitleggen wat er bijzonder was aan kunst in de Gouden Eeuw.
  • Je kunt met voorbeelden laten zien dat er in de 17e eeuw een wetenschappelijke revolutie was.
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
  • Tijdens de Opstand (1568-1648) vocht een aantal Nederlandse gewesten tegen de Spaande koning.
  • In 1588 ontstond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden: geen echte eenheid.
  • Bestond uit 7 gewesten met elk een eigen bestuur.

Slide 3 - Tekstslide

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Slide 4 - Tekstslide

Welke gebied hoort niet bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden?
A
Utrecht
B
Limburg
C
Holland
D
Groningen

Slide 5 - Quizvraag

Het bestuur van de Republiek
  • Elk gewest had dus zijn eigen bestuur.
  • Eigen wetten
  • Eigen rechtspraak
  • Eigen belastigen

Slide 6 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
  • Samen namen de gewesten alleen besluiten over:
  • buitenlandse politiek
  • verdediging van de Republiek

  • Deze besluiten werden genomen in de Staten-Generaal.

Slide 7 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
  • Samen namen de gewesten alleen besluiten over:
  • buitenlandse politiek
  • verdediging van de Republiek

  • Deze besluiten werden genomen in de Staten-Generaal.

Slide 8 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
Staten-Generaal:
  • Vertegenwoordigers van de 7 gewesten.
  • Elk gewest had 1 stem.
  • Gewest Holland had het het meeste te zeggen: rijkste en betaalde het meeste aan het leger en de vloot.

Slide 9 - Tekstslide

Waarover beslisten de gewesten niet zelf?
A
Oorlog & vrede
B
Rechtspraak
C
Belastingen
D
Wetten

Slide 10 - Quizvraag

Waarover besliste de Staten-Generaal?
A
Buitenlandse politiek
B
Rechtspraak
C
Belastingen
D
Wetten

Slide 11 - Quizvraag

Welk gewest had het het meeste te zeggen in de Staten-Generaal?
A
Zeeland
B
Utrecht
C
Holland
D
Groningen

Slide 12 - Quizvraag

Waarom had dit gewest het meeste te zeggen?
A
Meeste inwoners
B
Grootste oppervlakte
C
Meeste geld
D
Grootste leger

Slide 13 - Quizvraag

Het bestuur van de Republiek
  • Rijke burgers bestuurden de Republiek: regenten.
  • Belangrijke banen werden onder de regenten verdeeld.
  • Macht bleef zo in handen van een klein groepje rijke families.

Slide 14 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
  • De stadhouder was ook een belangrijk bestuurder.
  • Opperbevelhebber leger & vloot.
  • Prins van Oranje.

Slide 15 - Tekstslide

Wie was verantwoordelijk voor het leger en de vloot in de Republiek?
A
De koning
B
De stadhouder
C
De gewesten
D
De ministers

Slide 16 - Quizvraag

Bloei van de kunst
  • Tussen 1588 - 1672 ging het goed met de Republiek.
  • Amsterdam centrum wereldhandel.
  • Bloeiperiode voor de kunst en wetenschap.
  • Gouden Eeuw.

Slide 17 - Tekstslide

In welke eeuw was de gouden eeuw?
A
15de eeuw
B
16de eeuw
C
19de eeuw
D
17de eeuw

Slide 18 - Quizvraag

Bloei van de kunst
  • In de Republiek lieten rijke kooplieden en stadsbestuurders kunst maken.
  • Ook ambachtslieden en winkeliers waren vaak rijk genoeg om kunst te kopen.

Slide 19 - Tekstslide

Bloei van de kunst
  • Bijzonder, want in andere landen gaven vooral de koning en de kerk opdracht voor kunst.

  • Portretten, landschappen, steden, dagelijks leven zijn geliefde onderwerpen in de Gouden Eeuw.

Slide 20 - Tekstslide

Jan Steen

Slide 21 - Tekstslide

De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn

Slide 22 - Tekstslide

Bloei van de kunst
  • Niet iedereen was rijk in de Gouden Eeuw.
  • In de steden woonden veel arbeiders, weinig loon.
  • Helemaal onderaan kwamen de armen: mensen zonder vast werk, ouderen en zieke mensen.
  • Zij profiteerden nauwelijks van de welvaart,
  • Leefden in tehuizen of op straat.
  • Kregen eten of kleding van de kerk of rijken.

Slide 23 - Tekstslide

Wie gaven in de Republiek opdracht om kunst te maken?
A
Alleen de kerk
B
Alleen rijke burgers
C
De kerk & rijke burgers

Slide 24 - Quizvraag

Bloei van de wetenschap
  • In de 16e eeuw:
  • Ontdekkingsreizen: nieuwe volken, planten, dieren.
  • Twijfelden geleerden aan kennis uit oude boeken.
  • Niet alle kennis stond in boeken.
  • Zelf onderzoek doen naar de natuur en menselijk lichaam.
  • Tussen 1600 - 1700 werden veel nieuwe ontdekkingen gedaan: wetenschappelijke revolutie.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Bloei van de wetenschap
In de Republiek woonden in de 17e eeuw veel geleerden:
  • Antoni van Leeuwenhoek - microscoop - bacterien.
  • Christiaan Huygens - telescoop - maan bij planeet Saturnus - wiskunde - natuurkunde.
  • Sommige geleerden twijfelden aan God, zoals Spinoza.


Slide 28 - Tekstslide

Schrijf 1 ding op wat je geleerd hebt van deze les.

Slide 29 - Open vraag