Trema, apostrof en koppelteken

1 / 19
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Zo, aan de slag
Apostrof, trema en koppelteken. Drie spellingtekens die ervoor zorgen dat we woorden beter kunnen lezen en uitspreken.

Lesdoel:
  • Na deze les weet je nog beter  wat de regels zijn voor het toepassen van een apostrof, een trema en een koppelteken. 
  • Na de les kan je de geleerde leestekens toepassen.


Slide 2 - Tekstslide

Een trema gebruik je:
  • als je anders het woord verkeerd zou uitspreken. 
  • niet in samengestelde woorden, behalve in samengestelde telwoorden.
  • niet bij sommige leenwoorden.


Slide 3 - Tekstslide

Trema
patiënt, cliënt, melodieën, geniën, egoïsme. 

geometrie, deodorant, beargumenteren, linoleum, verfraaien, ontplooiing (bij te i's naast elkaar nooit een trema)

Als je een woord aan het einde van de zin afbreekt, vervalt het trema: ego-
isme. 

Slide 4 - Tekstslide

Trema
erder geldtV er een uitzondering voor Franse en Latijnse leenwoorden. Op de uitgangen -eum, -eus, -ei, -ien en -ienne komt geen trema: museum, baccalaureus, extranei, opticien, lesbienne. Ook komt er geen trema als er op de desbetreffende klinker al een accent staat: carrière, variété.

Slide 5 - Tekstslide

Wel of niet een trema?
reunie    coordinatie      beinvloed
industrieel   industrieen    financieel
Italie  gelinieerd    petroleum   drieendertig     
naief   efficient   geeist   opticien   tweeenhalf 



Slide 6 - Tekstslide

Wel of niet een trema?
reünie    coördinatie      beïnvloed
industrieel   industrieën    financieel
Italië  gelinieerd    petroleum   drieëndertig     
naïef   efficiënt   geëist   opticien   tweeënhalf 



Slide 7 - Tekstslide

Ging dat goed?

Slide 8 - Tekstslide

Apostrof
De apostrof gebruik je:
1. Op de plaats van weggelaten letters - 's morgens, d'r broer, 't Is al gebeurd, Beatrix' horloge
2. Om uitspraakproblemen in meervouden en bezitsaanduidingen te voorkomen - lama's, bikini's, dixi's - Tara's schooltas, Joeri's fiets, Timo's zus.
Let op: als de 's' er gewoon aan vastgeschreven kan worden zonder uitspraakprobleem dan doe je dat ook: groentes, bureaus, toffees - Simons boterham, Simones broer, Sebastiaans laptop
3. Bij verkleinwoorden van woorden met een 'y' aan het einde waar een medeklinker voor staat: baby'tje, jury'tje, hobby'tje (dus niet bij deejaytje, trolleytje, jockeytje, want daar staat een klinker voor de 'y').
Verder: in meervouds- en verkleinvormen en afleidingen van letter- en initiaalwoorden: cd'tje, sms'je, VVD'er, pabo'er, PSV'er

Slide 9 - Tekstslide

Koppelteken
Pak spelling blok 3 bladzijde 118 erbij.

Slide 10 - Tekstslide

Quizje
Bij de volgende quizvragen kunnen meerdere antwoorden juist zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is juist gespeld?
A
Mirjam's broer
B
wc-bril
C
wcbril
D
Mirjams broer

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
Trix' fiets is gestolen.
B
Trix d'r fiets is gestolen.
C
Patricks tas is leeg.
D
Patrick's tas is leeg.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
De cadeau's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
B
De cadeaus voor Lucas's verjaardag liggen op tafel.
C
De cadeaus voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
D
De kado's voor Luca's verjaardag liggen op tafel.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
hbo'studie
B
hbo-studie
C
HBO'studie
D
HBO-studie

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
cafes
B
cafe's
C
cafés
D
café's

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
Mijn tante's wonen in 's Hertogenbosch
B
Mijn tantes wonen in 's hertogenbosch.
C
Mijn tantes wonen in Den Bosch.
D
Mijn tantes wonen in 's-Hertogenbosch.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
's Morgen's neemt niemand z'n telefoon op.
B
'S morgens neemt niemand z'n telefoon op.
C
's Morgens neemt niemand zen telefoon op.
D
's Morgens neemt niemand z'n telefoon op.

Slide 18 - Quizvraag

Klaar?
Fijn weekend!!

Slide 19 - Tekstslide