LG HS.4

Harold voert controles uit op basis van ……waardoor het duidelijk is hoe goed er gepresteerd moet worden. Twee voorbeelden hiervan zijn:
• Hoeveel productiviteit een medewerker per tijdseenheid aan kan. Harold kan dan controleren in hoeverre een medewerker dit haalt.
• Zijn de klanten tevreden of ontvang je veel klachten? Harold kan dit controleren door feedback te vragen van klanten.
Harold dient deze controles uit te voeren op basis van:

A
A. PDCA cyclus (plan do check act)
B
B. PCDA cyclus (plan check do act)
C
C. KPI’s (kritieke prestatie-indicatoren)
D
D. Het controle en beslissingsmodel
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
LeidinggevenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Harold voert controles uit op basis van ……waardoor het duidelijk is hoe goed er gepresteerd moet worden. Twee voorbeelden hiervan zijn:
• Hoeveel productiviteit een medewerker per tijdseenheid aan kan. Harold kan dan controleren in hoeverre een medewerker dit haalt.
• Zijn de klanten tevreden of ontvang je veel klachten? Harold kan dit controleren door feedback te vragen van klanten.
Harold dient deze controles uit te voeren op basis van:

A
A. PDCA cyclus (plan do check act)
B
B. PCDA cyclus (plan check do act)
C
C. KPI’s (kritieke prestatie-indicatoren)
D
D. Het controle en beslissingsmodel

Slide 1 - Quizvraag

Medewerker Gerlinda volgt momenteel de cursus DISC. Ze is er tijdens de cursus achter gekomen dat ze niets met dit certificaat wil doen omdat ze een andere richting op wil. Het certificaat heeft voor haar dan ook geen waarde meer. Welk motivatiefactor valt hiermee weg?
A
Dissatisfier Mc Gregor
B
Instrumentaliteit Vroom
C
Valentie Vroom
D
Resultaat Bijlsma

Slide 2 - Quizvraag

Soufianne motiveert zijn medewerkers door te straffen en te belonen. Hij motiveert door gebruik te maken van;
A
Strokes
B
Autoriteit
C
Satisfiers
D
consequenses

Slide 3 - Quizvraag

Jannie is leidinggevende bij de Praxis. Ze merkt dat Frank zijn werk in het magazijn routine is geworden en zijn motivatie is verloren. Ze stelt Frank voor om zelfstandig de voorraad bij te houden en bestellingen te doen bij de leveranciers in de hoop dat Frank zijn intrinsieke motivatie weer terug vindt. Van welke manier om de intrinsieke motivatie te vergroten maakt Jannie gebruik?
A
Taakverrijking
B
Taakverruiming
C
Jobrotatie
D
Jobacceptatie

Slide 4 - Quizvraag

De trainer schreeuwt dat hij nog even door moet zetten en nog de laatste drie burpees moet maken. Je bent er bijna! Daarna rust!
dit is een voorbeeld van:
A
intrinsieke motivatie
B
Maslow
C
extrinsieke motivatie
D
Belbin

Slide 5 - Quizvraag

Medewerkers kunnen intrinsiek gemotiveerd zijn of extrinsiek gemotiveerd worden. Geef twee voorbeelden van extrinsieke motivatie
A
Satisfiers en eindejaarsbonus
B
Positieve strokes en prestatiebonus
C
Positieve feedback van collega’s en verantwoordelijkheidsgevoel
D
Interesse in het werk en salaris

Slide 6 - Quizvraag

Sem is leidinggevende bij afdeling Hypotheken. Sem geeft leiding aan dit team door veel te delegeren. Wat is voor Sem het belangrijkste uitgangspunt?
A
Sem deelt de doelstellingen en taken en met zijn medewerkers
B
Sem legt de doelstellingen en verantwoordelijkheden op aan zijn medewerkers
C
Sem maakt zijn medewerkers verantwoordelijk voor de doelstellingen, resultaten en verantwoordelijkheden
D
Sem blijft eindverantwoordelijk voor het resultaat

Slide 7 - Quizvraag

Adrie wil zo veel mogelijk taken delegeren. Welke taken kan hij NIET delegeren
A
Taken die Adrie zelf niet goed snapt
B
Functioneringsgesprekken
C
briefing geven
D
procescontrole

Slide 8 - Quizvraag

Floris is bedrijfsleider van de Albert Heijn. Tijdens de kerst geeft hij alle medewerkers een mooi kerstpakket omdat hij verwacht dat hij hierdoor meer gemotiveerde medewerkers terugkrijgt. Door iets te geven verwacht Floris ook iets terug te krijgen.
Van welke beïnvloedingsstrategie is dit een voorbeeld?

A
vergelijken
B
wederkerigheid
C
Sympathie
D
commitment

Slide 9 - Quizvraag

Sjaan is leidinggevende. Ze is erg sturend, controleren, dwingend en dreigt vaak met straffen. Hoe ziet zij haar medewerkers?
A
Medewerker X (Maslow)
B
Medewerker Y (Maslow)
C
Medewerker X (McGregor)
D
Medewerker Y (McGregor

Slide 10 - Quizvraag

Carlos geeft leiding aan een team van 30 medewerkers. Carlos heeft veel last van stress en loopt vaak achter de feiten aan. Hij vergeet veel dingen en heeft geen controle over de werkzaamheden. Wat is hier aan de hand?
A
De spanwijdte is groter dan het omspanningsvermogen
B
Carlos heeft een laissez-faire leiderschapsstijl
C
B. Het omspanningsvermogen is groter dan de spanwijdte
D
Carlos heeft een spanwijdte en een EQ van 30

Slide 11 - Quizvraag

Booking.com maakt reclame met; let op nog maar twee kamers over. Zij maken volgens .. gebruik van?
A
Bart van Luijk; Vergelijken
B
Roos; vergelijken
C
Das model; schaarste
D
Cialdini; schaarste

Slide 12 - Quizvraag

Jouw medewerker is afstandelijk; hij is onpersoonlijk en gericht op feiten. Op welke manier kun je volgens .. hier het beste mee omgaan?
A
Cialdini; sympathie
B
Bart van Luijk; niet te persoonlijk en stel open vragen
C
Roos van Leary; concurrerend
D
Bart van Luijk; Dominant

Slide 13 - Quizvraag

Jordy heeft naast zijn werk als leidinggevende ook een vriendschappelijke band met Peter. Jordy vraagt Peter om last minute over te werken. Peter heeft voetbaltraining, maar zegt dit af voor Jordy en gaat overwerken. Dit is een voorbeeld van?
A
Vergelijken
B
Sympathie
C
Autoriteit
D
schaarste

Slide 14 - Quizvraag

Djenna is manager en moet opdracht geven aan Sjaak om zonnepanelen aan te leggen bij huisnummer 14. Sjaak is volgens Hersey en Blachard een O4 medewerker voor deze taak. Welk advies kun je Djenna geven?
A
Delegeren
B
Enkelvoudige taakopdracht geven
C
Meervoudige taakopdracht geven
D
Hem behandelen als een medewerker X volgens Mc Gregor

Slide 15 - Quizvraag

Ron is manager bij bedrijf X. Medewerker Carlos blijft maar vragen om een vast contract, maar Ron moet voorzichtig zijn met het geven van vaste contracten en Carlos krijgt deze dus niet. Hierdoor verliest Carlos zijn motivatie. Welke theorie wordt hierboven beschreven?
A
Maslow
B
Mc Gregor
C
Herzberg
D
Bijlsma

Slide 16 - Quizvraag

Tijdens de Corona pandemie hebben weinig mensen een cursus of studie gevolgd. Dit terwijl mensen meer tijd tijd thuis hadden. Hoe kun je dit verklaren?
A
Mc Gregor; zelfontplooing is niet vervult
B
Vroom; alle mensen zijn medewerkers X en dus lui en laks
C
Maslow; behoefte aan veiligheid en sociale behoeften niet vervult
D
Herzberg; er ontbreken hierdoor de motiverende factoren

Slide 17 - Quizvraag

Frederique is tijdens haar studie Dans erachter gekomen dat ze liever Accountant wil worden. Ze vind dansen nog steeds leuk en ze is er ook best goed in, maar ze ziet dit meer als hobby. Wat is hier aan de hand volgens ....?
A
Maslow; Sociale behoefte niet vervult
B
Mc Gregor; Frederique is een medewerker Y
C
Vroom; de Valentie is tijdens haar studie weggevallen
D
Vroom; verwachting is weggevallen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn volgens de theorie van Herzberg dissatifiers?
A
basisvoorwaarden om ontevredenheid te voorkomen; veiligheid
B
basisvoorwaarden om motivatie naar een hoger niveau te brengen; compliment
C
basisvoorwaarden om medewerker meer intrinsiek gemotiveerd te krijgen; loonsverhoging
D
basisvoorwaarden om medewerker meer extrinsiek te motiveren; zelfontplooing

Slide 19 - Quizvraag

Je wil jouw medewerk in de stand volgend krijgen, waar dien je zelf het gesprek in te beginnen volgens de Roos van Leary?
A
Concurrerend
B
Leidend
C
Helpend
D
ook in volgend

Slide 20 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een goed geformuleerde KPI

Slide 21 - Open vraag

Wat is het hoofddoel van coachen?

Slide 22 - Open vraag

Waar staat GROW voor?

Slide 23 - Open vraag

Noteer bij elke onderwerp een vraag die je zou kunnen stellen
Goal
Reality
options
what whill you do

Slide 24 - Open vraag

Medewerkers presteren minder onder een leidinggevende die geen waardering toont. Met welke theorie kun je dit onderbouwen?

Slide 25 - Open vraag

Leg in een voorbeeld de hygiëne factor van Herzberg uit.

Slide 26 - Open vraag

Welke 2 factoren beschrijft Herzberg?

Slide 27 - Open vraag