wk 49: les 1+2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Dinsdag 1 december - V1a

• 10 minuten stillezen

• Voorlezen boekenlijst
• Huiswerk bespreken
• Aan de slag!

• Wonder

35-minutenrooster

Vorige les heb je...

...de indeling van de tekst herhaald.
...de 4 manieren van inleiden herhaald.
...de 3 manieren van afsluiten herhaald.
...de tekstdoelen herhaald.

Deze les ga je...

...de theorie van de vorige lessen herhalen.

...leren hoe je een alinea kunt herkennen.

Voorlezen van de boekenlijst

inleiding, middenstuk, slot

Welke manier van inleiden is hier gebruikt?

"Bestaan draken? Kan je die zoeken? Verdien je daar geld mee? Al die vragen kan ik met ja beantwoorden.."

1. een of meerdere vragen stellen
2. anekdote (kort, bijzonder of grappig verhaaltje)
3. onderwerp aankondigen
4. aanleiding voor het schrijven noemen

Welke manier van inleiden is hier gebruikt?

"Ik speel hockey sinds ik zes was en ik zing sinds mijn tiende."

1. een of meerdere vragen stellen
2. anekdote (kort, bijzonder of grappig verhaaltje)
3. onderwerp aankondigen
4. aanleiding voor het schrijven noemen

Welke manier van inleiden is hier gebruikt?

"Ik heb verschillende hobby's, maar klimmen is de leukste."

1. een of meerdere vragen stellen
2. anekdote (kort, bijzonder of grappig verhaaltje)
3. onderwerp aankondigen
4. aanleiding voor het schrijven noemen

Welke manier van inleiden is hier gebruikt?

"Toen ik klein was nam mijn moeder me een keertje mee naar de klimhal, en ik vond het leuk!."

1. een of meerdere vragen stellen
2. anekdote (kort, bijzonder of grappig verhaaltje)
3. onderwerp aankondigen
4. aanleiding voor het schrijven noemen

Welke manier van inleiden is hier gebruikt?

"Dansen is een hele leuke sport vind ik.."

1. een of meerdere vragen stellen
2. anekdote (kort, bijzonder of grappig verhaaltje)
3. onderwerp aankondigen
4. aanleiding voor het schrijven noemen

Welke manier van inleiden is hier gebruikt?

"Uit recent onderzoek is gebleken dat dansen gezond is voor lichaam en geest."

1. een of meerdere vragen stellen
2. anekdote (kort, bijzonder of grappig verhaaltje)
3. onderwerp aankondigen
4. aanleiding voor het schrijven noemen

Alinea's herkennen

Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

Hoe kun je dat zien?

Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

Hoe kun je dat zien?

Alinea's herkennen

- Door een witregel / er wordt ingesprongen

- Er komt een nieuw deelonderwerp aan bod

Aan de slag!

Maak de vragen op de volgende slides

wk 49: les 1+2

slide 17 t/m 30

Alinea 4

Alinea 1

Alinea 2

Alinea 3

In welke alinea trekt Lotte haar conclusie?

1. Alinea 3
2. Alinea 4
3. Alinea 5
4. Alinea 6

Boven welke alinea past
het tussenkopje 'familieverslaving'?

1. alinea 1
2. alinea 2
3. alinea 3
4. alinea 4

Hoe kun je een alinea herkennen?
(2 dingen)

Bekijk de afbeelding. 

Lees de titel en de eerste alinea.

Waarover gaat
de tekst?

1. De meisjesgroep K3 is al jarenlang erg populair.
2. De regenboogjurkjes van K3 zijn erg in trek.
3. Tieners en volwassenen dragen graag fleurige kleding.

Lees de tekst.

Schrijf in één zin op waar alinea twee over gaat.

Schrijf in één zin op waar alinea drie over gaat.

Schrijf in één zin op waar alinea vier over gaat.

Hoe is een goede tekst opgebouwd?

1. Inleiding en middenstuk
2. Inleiding, middenstuk en slot
3. Middenstuk en slot
4. Inleiding en slot

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?

1. de inleiding
2. de mening van de schrijver
3. de conclusie
4. de deelonderwerpen

Wat is een deelonderwerp?

1. een onderwerp van een hoofdstuk
2. een aspect van het onderwerp
3. een aspect van het slot
4. een onderwerp van de eerste alinea

Einde van deze les

Je mag nu verder gaan lezen in je leesboek.