AGAA C2 week 2: principes pijnbestrijding

• Geneesmiddelkennis Apothekersassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen (1)

Aan het eind van de les weet je:

• Welke mogelijke definities van pijn er zijn;

• Hoe iemand pijn gewaarwordt;

• Welke factoren er zijn die de pijnbeleving van iemand beïnvloeden;

• Welke soorten pijn er zijn;

• Op welke manieren bepaald kan worden hoeveel pijn iemand heeft;

• Welke behandelmogelijkheden er zijn voor pijnklachten;

• Welke medicijngroepen er gebruikt kunnen worden bij de pijnklachten;

• Welke regels er zijn om met medicatie pijnklachten te behandelen;

Leerdoelen (2)

Aan het eind van de les kan je:

• Niet medicamenteus advies geven aan iemand met pijn;

• Onderscheid maken tussen acute en chronische pijn;

• Onderscheid maken tussen weefselpijn en neuropathische pijn;

Bekijk de video en beantwoord daarna de vragen

Wat is de functie van pijn?

Welke twee soorten pijn kennen we?

Wat gebeurt er als pijn chronisch wordt met diegene die pijn lijdt?

welke factoren zijn van invloed op de beleving van chronische pijn?

Wat is sensitisatie?

Welke voorlichting geef je bij acute pijn? Noem vijf dingen

Welke voorlichting geef je bij chronische pijn?

Zet de stappen van de WHO - pijnladder in de goede volgorde

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

stap 5

NSAID

sterk werkende opiaten (subcutaan of intraveneus)

paracetamol

tramadol

sterk werkende opiaten (oraal of pleister)