In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Nakijken oriëntatie
Klassikale uitleg
Maken opdrachten
Nakijken
Afsluiten
DOEN
Slide 1 - Tekstslide
Van vorstendommen tot kolonies
Nederland en Indonesië
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
...kan in de culturele, politieke, economische en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders
...kan ik beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
...kan ik uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
...ken ik de begrippen VOC, handelsmonopolie, modern imperialisme, KNIL, pacificatie, indirect bestuur en gouverneur-generaal
AAN HET EINDE VAN DE LES...
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie
A: de Indische eilanden vóór 1600
Slide 6 - Tekstslide
inloggen:
Klascode: 464776
Inloggen bij Lessonup klas: shyud
Slide 7 - Tekstslide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders
Begrippen:
Geen
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
Handelsmonopolie
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal
Indirect bestuur
Pacificatie
Koninklijk Nederlands-Indisch leger
Modern imperialisme
Slide 8 - Tekstslide
Cultuur
Al die dingen die mensen denken, doen en hebben: gewoonten en gebruiken, godsdienst, normen en waarden, bestaanswijze, muziek en voorwerpen, eetgewoonten en wijze van kleden, bouwwerken.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Economische kenmerken
Hoe en waar een land of staat geld aan uitgeeft en verdiend.
Denk aan: handel, rijke en arme gebieden, etc.
Slide 11 - Tekstslide
Politieke kenmerken
Hoe een land of gebied wordt bestuurd.
Denk aan: koninkrijk, democratie, dictatuur etc.
Slide 12 - Tekstslide
Sociaal
Hoe mensen terecht zijn gekomen in een bepaald gebied en hoe ze met elkaar omgaan.
Denk aan: migratie, verschillende groepen mensen.
Slide 13 - Tekstslide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders
jagers-verzamelaars, maar ook grote landbouwsamenlevingen
Slide 14 - Tekstslide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Vanaf de 2e eeuw handel met Aziatische landen. Hierdoor meerdere culturele invloeden:
Schrift uit India
Chinese munten bij handel
Boeddhisme en hindoeïsme --> tempels
Vanaf 16e eeuw Islam belangrijkste godsdienst
Slide 15 - Tekstslide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Koninkrijk Soenda (op Java):
Handelden met andere eilanden via hun havensteden zoals Jakarta en Bantam
1579: veroverd door de Islamieten: stichting sultanaat Bantam
Atjeh:
1520: Islamitisch sultanaat
Belangrijke schakel in handel tussen eilanden en vaste land
Handel in specerijen. => Atjeh werd rijk
Tempels, paleizen, sterke oorlogsvloot
Slide 16 - Tekstslide
Wat over de bron is waar?
A
Het eiland Sumatra had schrift, wat wijst op een ontwikkelde samenleving
B
Het koninkrijk Sriwijaya was waarschijnlijk het enige Indische rijk met schrift
C
Deze bron is waarschijnlijk geschreven door Nederlandse handelaren
D
Deze bron komt uit een samenleving van jagers en verzamelaars
Slide 17 - Quizvraag
Steen met schrift uit het koninkrijk Sriwijaya (eind 7e tot 13e eeuw) op het Indische eiland Sumatra
Slide 18 - Tekstslide
Hieronder staan vier feiten over het Indische rijk Modjohit. Geef bij elk kenmerk aan of het een cultureel of een economisch kenmerk is, of geen van beide.
Cultureel
Economisch
Geen van beide
Modjohit beheerste veel handelsroutes
Modjohit had een koning
Modjohit ontstond rond 1300 op Java
Modjohit was hindoe-boeddhistisch
Slide 19 - Sleepvraag
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
1602: oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
Doel: concurrentie voorkomen. De VOC kreeg het handelsmonopolie. Alleen schepen van de VOC mochten handel voeren.
Handelsposten op Java, India, China, Japan. Belangrijkste: Batavia op Java
Fort, haven, pakhuizen, woningen VOC-bestuurders en soldaten
Slide 20 - Tekstslide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Tot 1596: handel voeren met Portugezen, wat erg duur was
Nederland wilde zelf een route vinden naar Azië toe. Dit lukte in 1596
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
VOC mocht oorlog voeren en volkeren met geweld dwingen tot samenwerking
Genocide van Banda (1621)
VOC voerde oorlogen om handelsposten te stichten. Veel meer gebied had de VOC niet
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Welk recht kon de VOC gebruiken om de bevolking op de Indische eilanden tot samenwerking te dwingen?
A
Het recht om een handelsmonopolie op te richten
B
Het recht om een handelsroute naar Azië te vinden
C
Het recht om handelsposten te vestigen
D
Het recht om oorlog te voeren en forten te bouwen
Slide 25 - Quizvraag
Wat was een belangrijk argument voor inwoners van de Indische eilanden om niet te willen samenwerken met de VOC?
A
De VOC wilde de bevolking bekeren tot een ander geloof
B
De VOC wilde de handel met Chinese, Portugese of Arabische handelaren verbieden
C
De VOC wilde de winst van de handel in specerijen delen met andere handelaren
D
De VOC wilde het hele eiland veroveren
Slide 26 - Quizvraag
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
1800: Modern imperialisme
Drie oorzaken:
grondstoffen voor de industrie
het gaf je aanzien
Europeanen voelden zich het beste. Vonden dat ze recht hadden om andere volken te overheersen
Dit wilde Nederland ook
Kan jij deze spotprent uitleggen?
Slide 27 - Tekstslide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal
Pacificatie
1798: VOC gaat failliet. Staat neemt alle bezittingen over.
De gebieden van Oost-Indië wordt een kolonie: Nederlands Indië
Koninklijk Nederlands-Indisch leger
Modern imperialisme
Slide 28 - Tekstslide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Nederland richt het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) op. Doel: alle eilanden veroveren.
Officieren waren Nederlanders, soldaten waren inheemse bewoners.
1873: Atjeh
Nederland noemde veroveren pacificatie: brengen van vrede
Zag de inheemse bevolking dit ook zo?
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal
Residenten
Regenten
Dorpshoofden
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Jaartallen uit deze les
1596 - Nederlandse handelsschepen komen aan in de haven van Bantam (Java)
1602 - Oprichting VOC
1621 - Genocide op Banda (eilandengroep)
1798 - VOC failliet
1800 - begin modern imperialisme
1873-1903 - Atjeh-oorlog
Slide 34 - Tekstslide
Hoe werden de Indische bestuurders genoemd, die door Nederland werden benoemd?
A
Dorpshoofden
B
Gouverneur-Generaal
C
Regenten
D
Residenten
Slide 35 - Quizvraag
Bestuur van Nederlands Indië
Uit welk land?
Van hoog naar laag
Gouverneur-Generaal
Regenten
Residenten
Dorpshoofden
Nederland
Indonesië
Slide 36 - Sleepvraag
Welke zin past bij het indirecte bestuur in Nederlands-Indië?
A
Dorpshoofden wijzen een Gouverneur-Generaal aan
B
Nederlanders sturen regenten aan die hun eigen gebied besturen
C
Onafhankelijke Indische dorpshoofden besturen hun eigen gebied
D
Regenten geven bevelen aan Nederlandse residenten
Slide 37 - Quizvraag
timer
1:00
Laat LessonUp open staan op je laptop!
AAN DE SLAG!
Wat?
Maken §1.1 Opdracht 1 t/m 7, 9 t/m 12
Waarom?
Omdat je de lesstof eigen moet maken
Hoe?
Lees de teksten, maar de vragen
Klaar?
Maak opdracht 8
Slide 38 - Tekstslide
Heb je het gesnapt?
Slide 39 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
Verenigde Oost-Indische Compagnie
Handelsmonopolie
Modern-imperialisme
Koninklijk Nederlands-Indisch leger
Pacificatie
Indirect bestuur
Gouverneur-Generaal
Slide 40 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 41 - Open vraag
Schrijf een vraag wat je nog niet hebt gesnapt
Slide 42 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit waarom Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Slide 43 - Open vraag
Geef je inzet tijdens deze les een cijfer
Slide 44 - Poll
Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 45 - Poll
Wat kan er beter/anders aan deze les?
Slide 46 - Open vraag
Voor dat de Nederlanders in Indië aankwamen, waren het onafhankelijke koninkrijkje.
De VOC, opgericht in 1602, kreeg het handelsmonopolie in Indië. Zij bouwen daar handelsposten.
De VOC kreeg het recht om namens Nederland oorlog te voeren. De Genocide van Banda is de bekendste.
Als in 1798 de VOC failliet gaat, neemt de staat alles over. Indië krijgt een nieuwe naam: Nederlands Indië. Het wordt een kolonie van Nederland. Het KNIL wordt opgericht. Zij krijgt als taak om alle eilanden bij elkaar te veroveren. Nederland noemde dit overigens pacificatie. De oorzaak van deze veroveringen was het modern imperialisme.
Er wordt een indirect bestuur geplaatst in Nederlands-Indië. De baas is de Gouverneur-Generaal. Onder hem staan de residenten. Die sturen weer de inheemse regenten aan. Onder de regenten staan de dorpshoofden.
Afsluiting
Slide 47 - Tekstslide
Koloniaal bestuur
Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur bestaam
Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren aan het hoofd.