Les 7 juni 2022
1 / 18
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Alleen bij ‘ik’ of als ‘jij / je’ achter de persoonsvorm staat, gebruik je de ik-vorm in de t.t..
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Leg het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden uit.
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij zwakke werkwoorden komt er -te(n) of -de(n) achter de ik-vorm in de verleden tijd.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Leg uit hoe het: 't ex-kofschip werkt.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Je maakt een verkleinwoord van een zelfstandig naamwoord door er -je, -tje, -etje, of -pje achter te zetten
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Meervoud maken van een
zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord
Slide 9 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
De voltooide tijd bestaat uit twee werkwoorden.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het eerste werkwoord is een voltooid deelwoord, het tweede werkwoord is hebben of zijn (voltooide tijd).
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het bezittelijk voornaamwoord (bz vnw) geeft een bezit aan.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het bezittelijk voornaamwoord staat vóór een werkwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Het staat voor een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord.
Een meewerkend voorwerp geeft nooit een plaats of een tijd aan.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke vraag stel je om het
meewerkend voorwerp te vinden?
meewerkend voorwerp te vinden?
Slide 15 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
