De Grammatica van Samengestelde Zinnen met Onjuiste Inversie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De Grammatica van Samengestelde Zinnen met Onjuiste Inversie

Leerdoelen

Aan het einde van de les weet je wat bedoeld wordt met onjuiste inversie in samengestelde zinnen in de Nederlandse taal en je weet hoe je samengestelde zinnen met onjuiste inversie grammaticaal moet maken.

Introduceer de leerdoelen van de les en leg uit waar de studenten aan het eind van de les mee in staat zullen zijn.

Wat weet je al over onjuiste inversie samengestelde zinnen?

Wat zijn samengestelde zinnen?

Een samengestelde zin bestaat uit twee of meer hoofdzinnen die aan elkaar zijn gekoppeld.

Leg uit wat samengestelde zinnen zijn om ervoor te zorgen dat de studenten een basisbegrip hebben.

Wat is onjuiste inversie?

Onjuiste inversie is wanneer het onderwerp en de persoonsvorm in een hoofdzin in de verkeerde volgorde staan.

Definieer onjuiste inversie en geef voorbeelden.

Hoe herken je onjuiste inversie?

Onjuiste inversie kan worden herkend door te controleren of het onderwerp en de persoonsvorm in de juiste volgorde staan. Als de persoonsvorm voor het onderwerp staat, is er sprake van onjuiste inversie.

Laat de studenten zien hoe ze onjuiste inversie kunnen herkennen.

Hoe los je onjuiste inversie op?

Om onjuiste inversie op te lossen, moet de persoonsvorm achter het onderwerp worden geplaatst.

Geef de studenten instructies over hoe ze onjuiste inversie kunnen oplossen.

Voorbeeld: Onjuiste inversie

In plaats van 'Ik ga morgen naar het strand', wordt er gezegd 'Ga ik morgen naar het strand'.

Geef een voorbeeld van een zin met onjuiste inversie.

Voorbeeld: Juiste inversie

Juiste inversie zou zijn 'Ik ga morgen naar het strand'.

Geef een voorbeeld van een zin met juiste inversie.

Oefening: Onjuiste inversie

Herformuleer de volgende zin met onjuiste inversie naar een zin met juiste inversie: 'Komt zij vanavond ook naar het feest?'

Geef de studenten een oefening om te oefenen met het oplossen van onjuiste inversie.

Antwoord oefening

Zij komt vanavond ook naar het feest.

Laat het antwoord op de oefening zien en leg uit waarom het correct is.

Oefening: Onjuiste inversie

Herformuleer de volgende zin met onjuiste inversie naar een zin met juiste inversie: 'Hebben jullie gisteren de hele dag in het park gezeten?'

Geef de studenten een oefening om te oefenen met het oplossen van onjuiste inversie.

Antwoord oefening

Jullie hebben gisteren de hele dag in het park gezeten.

Laat het antwoord op de oefening zien en leg uit waarom het correct is.

Oefening: Onjuiste inversie

Herformuleer de volgende zin met onjuiste inversie naar een zin met juiste inversie: 'Gaat hij vanavond weer naar de sportschool?'

Geef de studenten een oefening om te oefenen met het oplossen van onjuiste inversie.

Antwoord oefening

Hij gaat vanavond weer naar de sportschool.

Laat het antwoord op de oefening zien en leg uit waarom het correct is.

Tips

Lees zinnen met onjuiste inversie hardop en let op of de zin natuurlijk klinkt. Zet de persoonsvorm achter het onderwerp om onjuiste inversie op te lossen.

Geef de studenten tips over hoe ze onjuiste inversie kunnen voorkomen en oplossen.

Samenvatting

Onjuiste inversie is wanneer het onderwerp en de persoonsvorm in een hoofdzin in de verkeerde volgorde staan. Om onjuiste inversie op te lossen, moet de persoonsvorm achter het onderwerp worden geplaatst.

Herhaal de belangrijkste punten van de les en laat de studenten weten wat ze hebben geleerd.

Vragen

Zijn er nog vragen over onjuiste inversie samengestelde zinnen?

Geef de studenten de kans om vragen te stellen over het onderwerp.

Einde

Bedankt voor het volgen van de les over onjuiste inversie samengestelde zinnen.

Sluit de les af en bedank de studenten voor hun aandacht.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.