7.4 deel 1

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe de trans-Atlantische slavenhandel groeide.
- welke slavernij er was op Amerikaanse plantages.


KA: uitbouw van de Europese overheersing ,met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe de trans-Atlantische slavenhandel groeide.
- welke slavernij er was op Amerikaanse plantages.


KA: uitbouw van de Europese overheersing ,met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

Slide 1 - Tekstslide

Waar komt deze afbeelding vandaan?....

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De Gouden Koets wordt momenteel niet meer gebruikt op Prinsjesdag; hoewel hij volledig gerestaureerd is. Leg uit, aan de hand van de foto's uit de vorige dia en het filmpje, waarom dat is.

Slide 6 - Open vraag

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
van Afrika naar Amerika
Bartolomé de las Casas beredeneerde dat de 'Indios Bravos' mensen waren met een ziel. Wanneer zij gekerstend werden mochten zij geen slaven meer zijn. Karel V verbood  in 1542 de handel in deze slaven. Nu was er wel een tekort aan personeel.

--> oplossing: slaven uit Afrika.

1. Waren bestand tegen Europese ziekten, dus geschikter voor het plantagewerk.
2. De Arabische en Ottomaanse landen handelden al in Afrikaanse slaven.
33. Afrikanen werden als minderwaardig gezien, gerechtvaardigd met het Bijbelse verhaal over Noach, die zijn zoon Cham vervloekte. Cham, die de voorvader van alle zwarte mensen zou zijn, moest de minste van alle knechten worden.
De las Casas:
Spaanse priester en beschermer van de rechten van Indianen
Daardoor indirect verantwoordelijk voor de transatlantische slavenhandel

Slide 7 - Tekstslide

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
De trans-Atlantische slavenhandel (driehoekshandel)


Europese slavenhandelaars leverden Afrikaanse slaven om te werk worden gesteld in mijnen en op plantages.
In 350 jaar werden er 11 miljoen Afrikanen verhandeld. 90% ging naar het Caribisch gebied en Zuid-Amerika.
De Portugezen en de Britten zijn verantwoordelijk voor het grootse deel van de handel.


Slide 8 - Tekstslide

Europa
Afrika
Amerika
Sleep de producten naar het juiste werelddeel binnen de driehoekshandel
Spiegeltjes
Sierraden
Geweren
Slaven
Suiker
Katoen
Koffie
Cacao

Slide 9 - Sleepvraag

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
Afrikaanse handelaren gingen tot wel 300 km het land in om slaven te verzamelen. De Europeanen kochten ze aan de West kust en verscheepten ze naar Amerika.

1. krijgsgevangenen
2. tot slaaf gemaakt door misdaden of schulden.
3. door benden uit dorpen geroofd.

Aan de West kust werden slaven verzameld in 
factorijen en verscheept naar het Caribisch gebied.
Op slavenmarkten werden ze gekocht aan plantage-
eigenaren en verscheept naar Zuid-Amerika.

Fort El mina, Ghana
Slavenfort van de Nederlanders
Van hieruit werden slaven naar Amerika gebracht.
Slavenhandel in Parimaribo, Suriname

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
Aan de slag!
- Kijk de eindopdrachten 7.3.
- Maak de opdrachten in de LessonUp af.


Slide 12 - Tekstslide

Leg een verband tussen de trans-Atlantische slavenhandel, de plantagekoloniën en het handelskapitalisme in de vroegmoderne tijd.

Slide 13 - Open vraag

Leg uit waardoor de trans-Atlantische slavenhandel sterk toenam in de 18e eeuw.

Slide 14 - Open vraag

De Afrikaanse slaven werden onmenselijk behandeld.
- Geef hiervan een voorbeeld en
- Noem hiervan een oorzaak en een gevolg.

Slide 15 - Open vraag

Gebruik de bron. Noem op basis van deze bron twee verschillen tussen de slavernij in de Nederlandse gebieden in Azië en die in Amerika.

Slide 16 - Open vraag

Juist
Onjuist
De meeste Afrikaanse slaven moesten werken op plantages in Zuid-Amerika en het Caribisch gebied
Vanaf de 16e eeuw hielden Europeanen zich gedurende 350 jaar bezig met de handel in en het vervoer van elf miljoen slaven uit Amerika over de Atlantische oceaan naar Afrika.
Door de uitbreiding van het Europese kolonialisme in Amerika in de 18e eeuw werden meer slaven uit Afrika gehaald.
Portugese en Britse handelskapitalistische compagnieën hadden het grootste aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel.
Europeanen kochten de slaven in het binnenland van Afrika.
Soms werden slaven onmenselijk behandeld door de Europeanen.

Slide 17 - Sleepvraag

Bron 1: De dominee Joannes kals trok in 1731 naar Suriname om 'de heidenen te bekeren'. Hij klaagde de praktijken die hij daar aantrof aan. In 1756 schreef hij:
'Ziet op de negers, die gij met grote onkosten uit Guinea moet laten halen en die - met welk recht? - vandaar gehaald op de mensenmarkt (foei! schande voor christenen!) openlijk verkocht worden. Deze mensen gebrukt gij in uwe dienst en de meesten van u behandelen hen ruwer en harder dan vee, dan honden, katten, paarden, koeien of varkens. Is het te verwonderen dat deze mensen, op zoek naar hun vrijheid, onder de handen van hun beulen weglopen?'

Slide 18 - Tekstslide

Gebruik bron 1.
Leg uit dat de houding van dominee Kals een voorbeeld is van abolitionisme.

Slide 19 - Open vraag