In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Voeding en vertering
Basisstof 7
Leerjaar 2
Slide 1 - Tekstslide
In deze les
Korte herhaling basisstof 6 + nieuwe instructie basisstof 7
+ nakijken opdrachten basisstof 6
Inloggen digitale boek leefplein
zelf aan de slag met basisstof 7
Slide 2 - Tekstslide
Eten in de keuken
De meeste voedingsmiddelen komen van planten en/of dieren.
Sommige voedingsmiddelen bestaan uit meerdere grondstoffen (ingrediënten).
Dit noem je samengestelde producten.
Een pannenkoek bijvoorbeeld is een samengesteld product uit meel, ei en melk
Slide 3 - Tekstslide
Eten in de keuken
Voedsel kan besmet zijn met bacteriën en schimmels. Hierdoor kan het voedsel bederven. Van bedorven voedsel kan je ziek worden.
Bedorven voedsel kan je herkennen aan smaak, geur en kleur.
Slide 4 - Tekstslide
t.h.t.
Tenminste houdbaar tot:
Advies datum.
De kwaliteit wordt gegarandeerd tot deze datum.
Kort na deze datum ook nog wel eetbaar (na controle)
Slide 5 - Tekstslide
Te gebruiken tot
Een TGT-datum staat op zeer bederfelijke producten. De TGT-datum is de laatste dag waarop het nog veilig is om het product te eten.
Slide 6 - Tekstslide
Energie en gewicht
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Energie en gewicht
In de schijf van vijf staan 5 regels. Als je deze volgt, eet je gezond:
- eet gevarieerd
- eet niet teveel en beweeg
- eet minder verzadigd vet
- eet veel groente, fruit en brood
- ga veilig met voedsel om
Slide 9 - Tekstslide
2.4 Hoeveel is gezond?
De hoeveelheid energie geef je aan met joule (J).
Een kilojoule (kJ) is 1000 joule.
Een oudere eenheid, die nog steeds wordt gebruikt is de calorie (cal).
Een kilocalorie (kcal) is 1000 calorieen.
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel energie
Energie in voedsel wordt aangegeven met de eenheid kilojoule (kJ) of kilocalorie (kcal).
De hoeveelheid energie die je nodig hebt, hangt af van:
Wat je doet
Je geslacht
Je leeftijd
Slide 11 - Tekstslide
Eenheid voor de energie in voedsel kan uit worden gedrukt met KCal. KCal staat voor
A
Kilojoule
B
Kilocalorie
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Als je slaapt verbruik je geen energie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel is gezond?
Als je minder eet en drinkt dan je nodig hebt, krijg je te weinig energie binnen. Je lichaam verbruikt dan je reservestoffen.
Als je lichaamsgewicht lager is dan bij je leeftijd en lengte past, heb je ondergewicht.
Als je te mager bent, wordt je sneller ziek.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel is gezond?
Soms eet en drink je meer dan je nodig hebt. Je krijgt dan teveel bouwstoffen en brandstoffen binnen. Deze worden dan in je lichaam opgeslagen als reservestoffen.
Je wordt dan zwaarder. Als je zwaarder bent, dan bij je leeftijd en lichaamslengte past, heb je overgewicht.
Slide 17 - Tekstslide
Hoeveel is gezond?
gevolgen van overgewicht:
- grotere kans op diabetes (suikerziekte)
- sneller last van je gewrichten
- grotere kans op hart- en vaatziekten
Slide 18 - Tekstslide
Overgewicht
Niet iedereen met overgewicht kan hier zelf iets aan doen.
Sommige mensen hebben meer aanleg voor overgewicht. Dan heb je dat van je ouders geërfd. Ook kan je overgewicht krijgen door sommige ziekten of medicijnen.
Slide 19 - Tekstslide
Anorexia nervosa
Boulimia nervosa
Binge eating disorder
Eetstoornissen
Slide 20 - Tekstslide
Anorexia nervosa
Heeft honger, maar eet heel weinig
Betekend : gebrek aan eetlust
Kenmerken:
Heel erg bang om dik te worden
Negatieve zelfbeeld
Perfectionist
Slide 21 - Tekstslide
Boulimia nervosa
Periode van eet aanvallen
Betekend : Eten als een os
Kenmerken:
Braken
Gebruik van laxeermiddelen
Compenseren
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Binge eating disorder (BED)
Eetbuistoornis
De patient braakt niet
Gebruikt geen laxeermiddelen.
Vaak overgewicht.
Slide 24 - Tekstslide
Gevolgen
Beschadiging slokdarm
Verlaagde weerstand
Uitdrogen
Nierbeschadiging
Tanderosie
Menstruatiestoornissen
Overgewicht
Slide 25 - Tekstslide
anorexia
boulimia
Slide 26 - Tekstslide
BMI
Body Mass Index, 16 - 22
Hoe werkt de tabel hiernaast?
Zelf kunnen toepassen!
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Hoe noemen we ernstig overgewicht?
A
Overgewicht
B
Obesitas
C
Ondergewicht
D
Ondervoeding
Slide 29 - Quizvraag
Hoe noemen we een een te laag lichaamsgewicht?
A
Overgewicht
B
Obesitas
C
Ondergewicht
D
Ondervoeding
Slide 30 - Quizvraag
Wat gaan we doen?
Bespreken opdrachten basisstof 6
Aan de slag met basisstof 7
Toets thema 2, voeding en vertering is op maandag 16 oktober