HUISWERK Week 40 hv

HUISWERK Week 40 h

Lessen: H4 - 7 t/m 9
Opdrachten uit het boek: N: 2, 5, 10, 12, 13, 14 // Extra uitleg en opgaven: zie het document op website // -
Opdrachten uit het boek: M: 2, 5, 10, 12, 13 // Extra uitleg en opgaven: zie het document op website // -
Checkpoint: Weerstand - Deze is verplicht
Checkpoint: a = Δv / (Δ)t - Deze is verplicht
Checkpoint: F = m*a - Deze is verplicht

1 / 49

Slide 1: Tekstslide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

HUISWERK Week 40 h

Lessen: H4 - 7 t/m 9
Opdrachten uit het boek: N: 2, 5, 10, 12, 13, 14 // Extra uitleg en opgaven: zie het document op website // -
Opdrachten uit het boek: M: 2, 5, 10, 12, 13 // Extra uitleg en opgaven: zie het document op website // -
Checkpoint: Weerstand - Deze is verplicht
Checkpoint: a = Δv / (Δ)t - Deze is verplicht
Checkpoint: F = m*a - Deze is verplicht

Slide 1 - Tekstslide

HUISWERK Week 40 v

Boek p117 - Arbeid
Lessen: H4 7a t/m 9
Opdrachten uit het boek: N: 2, 6, 11, 12, 13 // 18, 19, 20, 21, 22, 23, 25, 26 // Extra uitleg en opgaven: zie het document op website // -
Opdrachten uit het boek: M: 2, 6, 11, 12, 13 // 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 // Extra uitleg en opgaven: zie het document op website // -
Checkpoint: Weerstand - Deze is verplicht
Checkpoint: a = Δv / (Δ)t - Deze is verplicht
Checkpoint: F = m*a - Deze is verplicht

Slide 2 - Tekstslide

Wat is Arbeid?

Slide 3 - Woordweb

Lees paragraaf 4.2 over Arbeid (pagina 117) van je boek

Duur 10 minuten. Werk in stilte.
Maak een woordweb van alles wat je hier leest
Noteer in het woordweb minimaal 10 begrippen die je opvallen in je schrift.
Je mag ook kleine tekeningen maken, bijvoorbeeld van een grafiek.
Als je klaar bent, maak dan opgaven 18, 19 en 20.

Slide 4 - Tekstslide

Welke begrippen heb je opgeschreven uit deze paragraaf?
(en wat betekenen deze?)

Slide 5 - Open vraag

H: 2, 5, 10, 12, 13, 14

Slide 6 - Open vraag

Antwoord

Slide 7 - Tekstslide

H: 5, 10, 12, 13, 14

Slide 8 - Open vraag

Antwoord

Slide 9 - Tekstslide

H: 10, 12, 13, 14

Slide 10 - Open vraag

Antwoord

Slide 11 - Tekstslide

H: 12, 13, 14

Slide 12 - Open vraag

Antwoord

Slide 13 - Tekstslide

V Opgave 15: Geef een definitie van Arbeid

Slide 14 - Open vraag

Arbeid:

Er is sprake van arbeid wanneer een voorwerp door een kracht in de richting van die kracht wordt verplaatst.

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 16:
a. geef de formule waarmee je arbeid kunt berekenen
b. Geef de eenheid van arbeid

Slide 16 - Open vraag

Opgave 17:
Waarom nemen speerwerpers een lange aanloop? Gebruik het begrip arbeid in je antwoord.

Slide 17 - Open vraag

Speerwerpen

Door de aanloop heeft de speer al snelheid voordat er arbeid op de speer wordt verricht. Hierdoor zal de

snelheid waarmee de speer de hand verlaat groter zijn dan zonder aanloop.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 21

Slide 21 - Open vraag

C21

Let op:

Antwoord e.

Had je dit

verwacht?

Slide 22 - Tekstslide

4.1 Wat is resulterende kracht; geef een voorbeeld dat deze niet gelijk is aan 0.

Slide 23 - Open vraag

4.1 vraag 6. Patricia rijdt met een constante snelheid op haar fiets naar school. Zij levert een kracht van 120 N.
a. Wat weet je van de weerstandskracht op dit moment?
b. als ze tegenwind heeft en ze rijdt dezelfde snelheid. Moet ze dan meer, evenveel of minder kracht uitoefenen?
c. Maakt het voor de kracht die ze moet leveren uit of ze een zware boekentas meeneent?

Slide 24 - Open vraag

4.1 vraag 11.

Slide 25 - Open vraag

4.1 vraag 13.