1.4 hoog Nederland

1.4 Hoog-Nederland
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Hoog-Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat stuwwallen en zwerfstenen zijn.

  • Je begrijpt hoe stuwwallen ontstaan zijn en waarom Hoog-Nederland als eerste bewoond werd.

Slide 2 - Tekstslide

De meeste vakantie- en attractieparken vind je in Hoog-Nederland. Dat is natuurlijk niet zo gek, want het landschap is daar erg afwisselend met heuvels, beken, bossen en heide. Je kunt er prima mountainbiken, fietsen en wandelen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat hebben de Rijn, de Maas en andere rivieren die via Nederland naar zee stroomden overal neergelegd?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een ander woord voor zand en klei?

Slide 5 - Open vraag

Hoe noem je het wanneer zand en klei worden neergelegd?

Slide 6 - Open vraag

Uit welke drie onderdelen bestaat een rivier?

Slide 7 - Open vraag

Hoog Nederland

Slide 8 - Tekstslide

Hoog Nederland
Laag Nederland

Slide 9 - Sleepvraag


We verdelen Nederland in 'Hoog-Nederland' en 'Laag-Nederland'. In welk deel wonen wij?
A
Hoog-Nederland
B
Laag-Nederland

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

IJstijden
Ongeveer 200.000 jaar geleden was het noordelijke deel van Nederland bedekt met een dikke laag ijs. 

Dit ijs noemen we: Landijs

Het landijs schoof al het zand en grind opzij en vormde heuvels. 
Deze heuvels worden stuwwallen genoemd. Deze kunnen wel 100 meter hoog zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Overblijfselen uit de IJstijd
De stuwwallen zijn meestal bedekt met bos.

De stenen die bleven liggen nadat het ijs gesmolten was 
noemen we zwerfstenen


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag!
Maken paragraaf 1.4
Opdracht 1 t/m 7

Klaar? Maak quiz vragen, samenvatting of een schema

Toets: paragraaf 1.1 t/m 1.5 

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat veen is en wat dijken en polders zijn.

  • Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt en hoe de mens daar bruikbare landbouwgrond van gemaakt heeft.

Slide 18 - Tekstslide

Zonder duinen en dijken zou 66 procent van Nederland regelmatig onder water staan. Wat zou er allemaal in Nederland misgaan als Amsterdam en Rotterdam zouden overstromen?

Slide 19 - Tekstslide

Wat doen we tijdens deze les?
* Terugblik vorige les
* Vragen over het huiswerk? 
* Theorie 1.5
* Aan de slag

Slide 20 - Tekstslide

Hoog Nederland
Laag Nederland

Slide 21 - Sleepvraag

Het zandlandschap is onvruchtbaar. Wat werd er gebruikt om ervoor te zorgen dat er planten op de akkers groeiden?
A
Grind
B
Zand
C
Mest
D
Klei

Slide 22 - Quizvraag

Het Noordelijke deel van Nederland was bedekt met een dikke laag ijs. Hoe heet dit ijs?

Slide 23 - Open vraag

Het landijs schoof al het zand en grind opzij en vormde heuvels. Deze heuvels worden ........ genoemd.

Slide 24 - Open vraag

Hoog-Nederland

Slide 25 - Tekstslide

Vragen 
1. Schrijf eerst zelf op wat je denkt
2. Overleg met elkaar
3. Kom tot een gezamenlijk antwoord


Nodig: boek + wisbordjes

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 1:
Hoe was Nederland veranderd als de zeespiegel snel was gestegen?




Slide 27 - Tekstslide

Vraag 2
Af en toe sloeg de zee een gat in de duinen. Hierdoor stroomde het  zeewater naar binnen. 

                                        Wat ontstond hierdoor?


Slide 28 - Tekstslide

Vraag 3
Toen het gat in de duinen dichtging  ontstond achter de duinen een groot  moeras. 

               Wat ontstond in dit moeras?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Vraag 4
De terpen beschermden mensen tegen zeewater, maar de lage delen liepen nog steeds onder water.

Wat is de oplossing voor dit probleem?


Slide 31 - Tekstslide

Vraag 5
Door de dijken kan regenwater niet meer zelf terug naar de zee stromen.

Om dit probleem op te lossen 
moet water uit dit gebied worden weggepompt. 
Hoe noem je dit gebied?

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 6
Polders werden vroeger drooggemalen door molens. 

Hoe gebeurt dit tegenwoordig?

Slide 33 - Tekstslide

Vraag 7
Wat gebeurt er met Laag-Nederland als er geen dijken zouden zijn?


Slide 34 - Tekstslide

Belangrijke begrippen 1.5
Veen
Terpen
Dijken
Polder

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 1.5
Opdracht 5 & 6 

 OEFENTOETS digitaal
Klaar? Leren voor je toets
Samenvatting - Quiz - Mindmap - Begrippen leren
Paragraaf 1.1 t/m 1.5

Slide 36 - Tekstslide