Les 14 10/01/24 ZK2A Afspraken, paragrafen 3.3 en 3.4
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
In deze les zitten 48 slides, met tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Startklaar:
- Telefoon in Zakkie!
- Op tafel:
Pen
Map
Feniksboek
Welkom bij de Geschiedenisles ZK2A!
timer
5:00
Startopdracht.
Slide 2 - Tekstslide
Afspraken
Waarom hebben we afspraken?
Omdat we samen moeten werken
Omdat we afhankelijk zijn van elkaar
Omdat er geleerd moet worden
Omdat we resultaten moeten boeken
Slide 3 - Tekstslide
Afspraken
Verwachtingen voor de les:
We begroeten elkaar
Zitten volgens de plattegrond zoals op het bord staat
Startklaar en spullen op orde
Telefoon in Zakkie op tafel
Huiswerk op orde
Slide 4 - Tekstslide
Afspraken
Verwachtingen tijdens de les:
Meedoen tijdens de les
Wil je iets zeggen? --> vinger opsteken
Naar elkaar luisteren
Slide 5 - Tekstslide
Afspraken
Drie waarschuwingen:
Naam op het bord
Streepje achter je naam en als het kan verplaatsen
De klas uit en verplicht extra bijles
Slide 6 - Tekstslide
Afspraken
Wanneer krijg je een waarschuwing?
Als je mijn instructies niet opvolgt
Als je het leren voor de groep verstoort
Als je mij verstoort in het lesgeven van de groep
Slide 7 - Tekstslide
Afspraken
Wanneer meteen weg?
Elkaar uitschelden
Fysiek geweld of creëren gevaarlijke situatie
Respectloos gedrag richting docent, klasgenoten of materialen
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
Weet je welke verwachtingen en afspraken er zijn in de Geschiedenisles.
Ken je de begrippen imperialisme en nationalisme (R)
Kan je uitleggen hoe Indië een kolonie werd van Nederland. (T1)
Slide 9 - Tekstslide
Programma deze les:
Startopdracht
Lesdoelen
Verder bij paragraaf 3.3 : De strijd van arbeiders en begin 3.4 : Indië, een Nederlandse kolonie
Slide 10 - Tekstslide
Industriële revolutie
Slide 11 - Tekstslide
Industriële revolutie
Werk in de fabrieken in steden
Slide 12 - Tekstslide
Industriële revolutie
Werk in de fabrieken in steden
Concurrentie voor huisnijverheid en boeren
Slide 13 - Tekstslide
Industriële revolutie
Werk in de fabrieken in steden
Concurrentie voor huisnijverheid en boeren
Mensen verhuizen naar de steden
Slide 14 - Tekstslide
Industriële revolutie
Werk in de fabrieken in steden
Concurrentie voor huisnijverheid en boeren
Mensen verhuizen naar de steden
Urbanisatie
Slide 15 - Tekstslide
Industriële revolutie
Werk in de fabrieken in steden
Concurrentie voor huisnijverheid en boeren
Mensen verhuizen naar de steden
Urbanisatie
Vieze en volle steden
Slide 16 - Tekstslide
Industriële revolutie
Werk in de fabrieken in steden
Concurrentie voor huisnijverheid en boeren
Mensen verhuizen naar de steden
Urbanisatie
Vieze en volle steden
Overbevolking
Nieuwe wijken met goedkope en slechte huizen
Ziektes en epidemieën
Slide 17 - Tekstslide
Overbevolking
Nieuwe wijken met goedkope en slechte huizen
Ziektes en epidemieën
Oplossingen
Vuilnis ophalen
Bestrating
Riolering en waterleiding
Woningen verbeterd
Inentingen
Slide 18 - Tekstslide
Overbevolking
Nieuwe wijken met goedkope en slechte huizen
Ziektes en epidemieën
Oplossingen
Vuilnis ophalen
Bestrating
Riolering en waterleiding
Woningen verbeterd
Inentingen
Slide 19 - Tekstslide
Overbevolking
Nieuwe wijken met goedkope en slechte huizen
Ziektes en epidemieën
Oplossingen
Vuilnis ophalen
Bestrating
Riolering en waterleiding
Woningen verbeterd
Inentingen
Slide 20 - Tekstslide
Nederlands-Indië
Vanaf de zeventiende eeuw handelde de VOC in Indië. Rijke Europeanen betaalden veel geld voor tropische producten.
Nederlanders verboden de boeren in Indië om hun goederen aan andere landen te verkopen. Deden ze dat toch, dan strafte de VOC hen hard.
Na 1815 beschouwde Nederland Indië als bezit (Nederlands-Indië). Nederlanders gingen zich steeds meer met het bestuur bemoeien.
Nederlands-Indië
Kolonie van Nederland in de negentiende eeuw. Tegenwoordig Indonesië.
Slide 21 - Tekstslide
Nederlands-Indië
Indië werd officieel een Nederlandse kolonie. Gebieden binnen Indië waar Nederland nog weinig contact mee had, werden na 1870 alsnog veroverd. Ten slotte werden alle Indische eilanden – soms met geweld – onder Nederlands bestuur gesteld.
Slide 22 - Tekstslide
Imperialisme
Europeanen waren trots op hun eigen land en cultuur (nationalisme). Zij wilden hun macht en het aanzien van het land vergroten.
Het gevolg hiervan was het veroveren van nieuwe gebieden (imperialisme).
Uit deze gebieden werden grondstoffen gehaald voor de fabrieken, hierdoor maakten ze nóg meer winst.
nationalisme
Heel erg trots zijn op je eigen volk en land. Andere volkeren minachten (je vindt deze minder dan jouw volk).
imperialisme
De macht en aanzien van je land groter maken door meer gebieden te veroveren.
Slide 23 - Tekstslide
Nationalisme
Heel erg trots zijn op je eigen volk en land, en andere volken minachten. Je wil ook de macht van je land vergroten.
Schrijf op!
timer
3:00
Slide 24 - Tekstslide
Imperialisme
Macht en aanzien van je land groter maken door meer gebieden te veroveren.
Schrijf op!
timer
3:00
Slide 25 - Tekstslide
Bron:
China, de taart van koningen en keizers
Engeland
Deze persoon stelt koningin Victoria voor. Zij is in de negentiende eeuw koningin van het Verenigd Koninkrijk.
Duitsland
Deze persoon stelt keizer Wilhelm II voor. Hij is in de negentiende eeuw keizer van Duitsland.
Frankrijk
Deze persoon stelt Marianne voor. Zij is het nationale symbool voor Frankrijk. Zij staat naast Rusland, vanwege een het Frans-Russische vredesverdrag. Zij doet ook niet mee met de verdeling, maar adviseerd Rusland.
Rusland
Deze persoon stelt tsaar Nicolaas II voor. Hij is de tsaar (keizer) van Rusland in de negentiende eeuw.
Japan
Deze persoon stelt een samurai voor. Die rustig nadenkt welke delen van China het voordeligst zijn voor hem/Japan.
China
Deze persoon stelt een Chinees voor. Hij gooit zijn handen omhoog in een poging de onderstaande personen te stoppen. Maar hij is machteloos.
Slide 26 - Tekstslide
Het cultuurstelsel
Nederland wilde zijn kolonie winstgevend maken. Daarvoor moest de handel in specerijen groter worden. Koning Willem I bedacht daarvoor in 1830 het cultuurstelsel:
Elke boer moest 1/5 deel van zijn grond verbouwen voor de Nederlandse handel.
Nederlandse ambtenaren controleerden of de boeren genoeg produceerden.
Gevolg: Nederland verdiende veel geld. Met dat geld werden spoorwegen en bruggen (in Nederland) aangelegd.
cultuurstelsel
Regels die boeren in Nederlands-Indië verplichten om producten zoals koffie, thee en tabak te verbouwen voor de handel met Nederland.
Slide 27 - Tekstslide
Armoede en honger in Nederlands-Indië
De gevolgen van het cultuurstelsel voor de bevolking van Nederlands-Indië waren:
Land produceerde te weinig voedsel voor zichzelf (veel honger).
Bevolking had hierdoor grote armoede.
In het boek Max Havelaar kwam kritiek op het cultuurstelsel. Het gevolg daarvan was dat Nederlanders vonden dat de regering Nederlands-Indië beter bestuurd moest worden.
Slide 28 - Tekstslide
Het einde van het cultuurstelsel
Na 1870 mochten ook andere bedrijven handel voeren met Nederlands-Indië.
Veel boeren werden werknemers van deze bedrijven. (kregen dus loon)
Wegen en irrigatienetwerken werden aangelegd.
Na 1900 mocht Nederland geen geld meer verdienen naar Nederlands-Indië.
Er kwamen scholen.
Er kwamen meer ziekenhuizen.
Hierdoor kwam er vanuit de bevolking langzaam verzet tegen Nederland.
Slide 29 - Tekstslide
Samen sta je sterk
Sommige arbeiders probeerden iets te veranderen. Ze eisten een hoger loon en betere werkomstandigheden. Om dat te bereiken gingen ze staken.
Maar één stakende arbeider was voor de fabriekseigenaar geen probleem. Hij ontsloeg die persoon dan, er waren genoeg mensen zonder werk die wel wilde werken.
Slide 30 - Tekstslide
Arbeiders
Mensen die werken in ruil voor een beloning, meestal salaris. Bijvoorbeeld in een fabriek.
timer
2:00
Slide 31 - Tekstslide
Staken
Tijdelijk stoppen met werken als protest om zo een bepaald doel te bereiken.
timer
2:00
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Bron: Spotprent Albert Hahn - De liberale vrijheid te krommenie. Uit de Notenkraker 15 december 1907.
Slide 34 - Tekstslide
Bron: 1 mei was een feestdag voor arbeiders. Er waren dan optochten en feesten. Poster uit 1892.
Slide 35 - Tekstslide
Sociale wetten
De regering moest nu wel iets voor ze gaan doen. Al gauw werden er sociale wetten ingevoerd. Daarmee probeerde de regering het leven van arbeiders te verbeteren.
1874: ‘Kinderwetje’ > Deze wet verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de twaalf jaar.
1900: de leerplicht > Alle kinderen tot twaalf jaar moesten verplicht naar school.
1919: Achturige werkdag > Er mag niet langer dan acht uur achter elkaar gewerkt worden.
sociale wetten
Wet waarmee de overheid het leven van vooral arme mensen probeert te verbeteren.
Slide 36 - Tekstslide
Bron: Ons Amsterdam (1 mei 1894) voor de achturige werkdag.
Slide 37 - Tekstslide
Socialisten
Mensen die wilden dat de overheid sociale wetten zou maken, noemden zich socialisten. Ze wilden
kiesrecht voor iedereen: algemeen kiesrecht. Arbeiders zouden dan hun eigen volksvertegenwoordigers kunnen kiezen.
De socialisten wilden ook betere omstandigheden in de fabrieken, hogere lonen voor de arbeiders en een uitkering voor oude mensen.
Aan het eind van de negentiende eeuw richtten de socialisten een politieke partij op: de Sociaal- Democratische Arbeiderspartij.
Niet alleen socialisten, maar ook sommige protestanten en katholieken kwamen op voor de arbeiders. Zij deden dat vanuit hun geloof.
socialisten
Mensen die vinden dat de overheid iedereen die het moeilijk heeft, moet helpen.
algemeen kiesrecht
Kiesrecht voor iedereen.
politieke partij
Organisatie die invloed wil op de overheid en meedoet aan verkiezingen. In een politieke partij zitten mensen met dezelfde politieke ideeën.
Slide 38 - Tekstslide
Bron: Socialistische poster voor de politieke partij SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij).
Slide 39 - Tekstslide
Feministen
In 1917 kregen mannen algemeen kiesrecht. Ook vrouwen eisten kiesrecht. Onder leiding van Aletta Jacobs streden feministen voor gelijke rechten. Daardoor kregen in 1919 ook vrouwen kiesrecht.
feministen
Vrouwen (en soms ook mannen) die strijden voor gelijke rechten voor man en vrouw.
Slide 40 - Tekstslide
Aletta Jacobs
Aletta kwam uit een rijke familie. In 1871 ging ze naar de universiteit: als eerste meisje in Nederland. Veel mensen spraken er schande van. Zij vonden dat meisjes niet mochten studeren. Maar Aletta zette door en werd de eerste vrouwelijke arts van Nederland.
Aletta ging in een arbeidersbuurt in Amsterdam werken. Twee keer per week hield ze een gratis spreekuur voor arme mensen. Ook gaf ze vrouwen voorbehoedsmiddelen, zodat die zelf konden beslissen hoeveel kinderen ze wilden.
feministen
Vrouwen (en soms ook mannen) die strijden voor gelijke rechten voor man en vrouw.
Slide 41 - Tekstslide
Bron: Feministen demonstreren voor kiesrecht voor vrouwen. Aletta Jacobs is de vrouw in het midden met de schuine witte band over haar jas. Foto uit 1914.
Slide 42 - Tekstslide
VIDEO
Eerste beelden van Aletta Jacobs
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Video
VIDEO
Canonclip 34: Aletta Jacobs
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Video
Samen sta je sterk
Arbeiders begrepen dat je moest samenwerken. Als alle arbeiders tegelijk staakten, verdiende een fabrikant niets meer. Hij kon nooit ál zijn werknemers ontslaan. De arbeiders richtten vakbonden op.
Elke maand gaven ze wat geld aan de vakbond.
Wie ziek werd, kreeg dan van de vakbond een kleine uitkering.
Als de vakbond een staking organiseerde, kregen de stakende arbeiders geld voor het gemiste loon.
De vakbonden gingen strijden voor meer veiligheid in de fabriek, voor kortere werkdagen en voor hogere lonen.
vakbond
Vereniging van werknemers die zich inzet voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.