2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat

Actualiteit: Prinsjesdag
De koning spreekt de troonrede uit
De plannen voor het komende jaar worden gepresenteerd
De miljoenennota wordt bekend gemaakt
En de dag na dit alles vindt er een groot debat plaats in de Tweede Kamer (Algemene Beschouwingen)


*Op de foto minister Heinen van financien
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Actualiteit: Prinsjesdag
De koning spreekt de troonrede uit
De plannen voor het komende jaar worden gepresenteerd
De miljoenennota wordt bekend gemaakt
En de dag na dit alles vindt er een groot debat plaats in de Tweede Kamer (Algemene Beschouwingen)


*Op de foto minister Heinen van financien

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

H4D vrijdag 20 september 
Wat gaan we deze les doen?
Huiswerk: lezen 2.2: allen gedaan?
Uitleg 2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat
KEUZE:
1. Maken van 2.2: 1 t/m 12
2. Werken aan je PO
Huiswerk: lezen 2.3 in je lesboek + 2.2 af 1 t/m 12  als dit vandaag niet lukt

Slide 4 - Tekstslide

2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat
Hebben jullie 2.2 gelezen?

Slide 5 - Tekstslide

H4A vrijdag 20 september
Wat gaan we deze les doen?
Huiswerk: geen
Klassikaal:
Afmaken 2.2 (dia 23 t/m 27 nog laten zien) 
Voor jezelf aan de slag:
1. starten met de opdrachten van 2.2 in het werkboek: 1 t/m 12
2. werken aan de PO
Huiswerk: volgende les lezen 2.3 in je lesboek en ik ga ervan uit dat iedereen dan 2.2 af heeft t/m 12
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Inleiding
Zoals in de inleiding op blz. 36 staat beschreven in 'de blinde rechter' is het belangrijk voor een rechter om zich niet te laten leiden door vooroordelen.  Onafhankelijke rechters zijn dus een voorwaarde voor een rechtsstaat.
Maar.... er is meer nodig om burgers te beschermen tegen machtsmisbruik, willekeur en onrechtvaardigheid. 

Daarover gaat deze paragraaf, over de voorwaarden voor een rechtsstaat.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 2.2
In deze paragraaf leer je:
 Wat de 3 voorwaarden zijn voor een rechtsstaat en wat die precies inhouden.
  1. Je kunt uitleggen wat de grondwet is en waaruit grondrechten bestaan
  2. Je kunt voorbeelden van sociale en klassieke grondrechten noemen en herkennen 
  3. Waarom Montesquieu het principe van machtsverdeling bedacht en  hoe deze in Nederland is uitgevoerd
  4. Je kunt uitleggen waarom rechters neutraal en onafhankelijk zijn
  5.  dat er ook grenzen zijn aan de macht van de overheid middels het legaliteitsbeginsel

Slide 8 - Tekstslide

Basis van de rechtsstaat
Het doel van de rechtsstaat is om te zorgen voor veiligheid van burgers, ze beschermen tegen de macht van de overheid en ervoor zorgen dat burgers gelijk worden behandeld en in vrijheid kunnen leven.

Een rechtsstaat voldoet in ieder geval aan drie voorwaarden:
  • De grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet
  • Er is een verdeling van macht
  • Er geld het legaliteitsbeginsel


Slide 9 - Tekstslide

Grondwet en grondrechten (blz. 32/33 werkboek)
  • In de grondwet staat wat de grondrechten van de inwoners zijn en hoe de staat is ingericht.
  • Grondrechten zijn basisrechten die je nodig hebt voor een menswaardig leven. Omdat dit voor ieder mens geldt noemen we ze ook wel mensenrechten
  • Deze rechten staan in de grondwet en in internationale verdragen en verklaringen (UVRM)
  • Onderscheid tussen klassieke en sociale grondrechten.



Slide 10 - Tekstslide

Klassieke en sociale grondrechten
Klassieke grondrechten: 1 t/m 18
Dit zijn rechten die de overheid moet garanderen en die je bij de rechter kunt afdwingen. Voorbeelden zijn het Gelijkheidsbeginsel (Art. 1), Kiesrecht (Art. 4), Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (Art. 6), Vrijheid van meningsuiting (Art. 7) en Recht op vergadering en betoging (Art. 9).

Sociale grondrechten: 19 t/m 23
De overheid kan deze rechten niet garanderen, maar moet zich er wel voor inspannen. Voorbeelden zijn Recht op werkgelegenheid. (Art. 19), Recht op sociale zekerheid. (Art. 20) en 
Recht op onderwijs. (Art. 23)

Slide 11 - Tekstslide

Op welke gebieden zijn de sociale grondrechten van toepassing?

  • Werkgelegenheid
  • Woongelegenheid
  • Onderwijs
  • Sociale zekerheid
  • Volksgezondheid

Slide 12 - Tekstslide

H4B + H4C donderdag 19 september
- huiswerk: maken 2.2: opdracht 1 t/m 12 
- bespreken huiswerk (einde van de les)
Doen:
- afmaken uitleg 2.2 opdr. 1 t/m 12
- aan de slag met je PO
- lezen 2.3 en alvast starten met 2.3
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
  • maken van 2.2: opdracht 1 t/m 12 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de juiste definitie?
1. knip kaartjes van het begrippenblad
2. schud alles door elkaar
3. leg de kaartjes klaar 
4. wacht tot iedereen zo ver is in de klas
5. leg nu het juiste bij elkaar
6. Succes!
timer
4:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Verdeling van de macht
De ideeën van de Franse filosoof Montesquieu(1689-1755) over de trias politica hebben internationaal grote invloed op de staatsinrichting gehad. 

Slide 17 - Tekstslide

Montesquieu
"De burger kan alleen vrij zijn als de macht wordt verdeeld tussen de regering, het parlement en de rechters" 


Over de geest van de wetten (De l’esprit des lois) was het levenswerk van Montesquieu

Slide 18 - Tekstslide

Ontstaan en doel van de trias politica
Montesquieu ging ervan uit dat iedereen die macht heeft geneigd is om daar misbruik van te maken. Daarom was het volgens hem beter om de macht te verdelen. 

DOEL:  niet 1 persoon of instantie heeft zo alle macht en machtsmisbruik en onrechtvaardigheid zou zo veel mogelijk voorkomen worden

De trias politica is in Nederland als volgt doorgevoerd:  
  • wetgevende macht 
  • uitvoerende macht
  • rechterlijke macht

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Werkboek vraag 9 op blz. 31
Om jullie op gang te helpen...................

Slide 21 - Tekstslide

Checks and balances (controle en evenwicht)
  • De scheiding van de drie machten voorkomt de concentratie van macht bij de staat. 
  • Toch is alleen scheiding niet genoeg. Daarom introduceerde Montesquieu een tweede mechanisme: een systeem van checks and balances
  • De machten controleren elkaar (checks) en werken evenwichtig samen (balances). Door de onderlinge controle en samenwerking vullen ze elkaar aan. 
  • Verschillende machten controleren elkaar en ‘houden elkaar scherp’.
  • Op de volgende slide kun je zien hoe dit er in de praktijk uitziet.

Slide 22 - Tekstslide

Onderlinge controle en samenwerking

Slide 23 - Tekstslide

Rechterlijke macht
  • neutrale en onafhankelijke rechters zorgen voor eerlijke rechtspraak
  • die onafhankelijke positie zorgt voor bescherming van burgers tegen de overheid: als overheid nalatig is kan de rechter ingrijpen. 
  • Mensen mogen niet voor eigen rechter spelen, want daders krijgen in een eerlijk proces hun verdiende straf
  • wat ook bijdraagt aan onafhankelijkheid is hun benoeming voor het leven. Ze kunnen niet ontslagen worden als hun vonnis de regering niet bevalt.
  • Zittingen zijn openbaar
  • Rechters dragen een zwarte toga

Slide 24 - Tekstslide

Het legaliteitsbeginsel 
De overheid mag onze vrijheid in sommige situaties inperken. Wel zijn er grenzen aan die macht van de overheid. Dat heeft te maken met het legaliteitsbeginsel. Dit zorgt voor rechtszekerheid: je weet als burger wat de overheid wel en niet mag doen
Willekeur en onbegrensde macht maken plaats voor vertrouwen en rechtszekerheid 

Slide 25 - Tekstslide

Regels en wetten
Wetten of rechtsnormen zijn gedragsregels of voorschriften die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd. Wetten laten het maatschappelijke leven geordend verlopen en lossen conflicten op.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Onbewoond eiland
Welke bestuursvorm zou je invoeren op het eiland?

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting
KEUZE:

* Starten met de opdrachten van 2.2 in het werkboek
* morgen dia 23 t/m 27 nog laten zien en paragraaf 2.2 afmaken
* Huiswerk: geen

Slide 29 - Tekstslide