Baktemperatuur
Bij het bakken is de temperatuur belangrijk. De baktemperatuur is afhankelijk van:
– de toevoegingen die rondom, aan de buitenkant, zijn aangebracht, bijvoorbeeld
suiker; baktemperatuur 220 tot 230 °C;
– toevoegingen die omsloten zijn door korstdeeg, zoals bij saucijzenbroodjes en
amandelstaven; baktemperatuur 230 tot 240 °C;
– de dikte van de korstdeeg: hoe dikker de plak, des te lager de baktemperatuur.
De dikte van de korstplak is aan een maximum gebonden. Anders ontstaan er problemen,
als de passende baktemperatuur te laag wordt.
Baktijd
Ook de baktijd is belangrijk. Deze is afhankelijk van de volgende factoren:
– het type oven en de oventemperatuur;
– de dikte van het korstdeeg;
– de toevoegingen in het product;
– de toevoegingen op het product.
De oventemperatuur (baktemperatuur) moet goed zijn. Voor de bladerende werking is vooral
in het begin van het bakproces de temperatuur belangrijk. Problemen kunnen ontstaan van
twee kanten:
– Als je een te hoge baktemperatuur kiest, wordt de baktijd te kort. De producten
zijn dan nog niet gaar, hoewel ze de juiste kleur hebben.
- Als je een te lage baktemperatuur kiest, wordt de baktijd te lang. Er ontstaat te
weinig kleur en te weinig bladerende werking. In de eindproducten kun je dat
duidelijk zien aan een soort vel middenin het korstproduct. Zo’n product is dan
wel gaar, maar is niet uit elkaar gegaan (gebladerd).
Voor de dikte van het korstdeeg geldt: hoe dikker het deegstuk, des te langer de baktijd.
Moet de baktijd inderdaad langer zijn, pas dan een lagere baktemperatuur toe. Het binnenste
van een dunne plak korstdeeg zal eerder warm worden dan het binnenste van een dikke
plak. De buitenkant zal dan al donker kunnen zijn, terwijl het binnenwerk nog niet gaar is.
Bij toevoegingen in het product houd je een langere baktijd aan. Als de toevoegingen
extra veel vocht bevatten, wordt de baktijd nog langer. Het korstdeeg dat eromheen
zit, wordt dan minder snel krokant.
Bevat de toevoeging echter veel suiker, zoals spijs, kies dan voor een korter bakproces.
De baktemperatuur moet dan wel hoger zijn. Je bereikt hiermee dat ook de toevoeging op
het juiste moment gaar is. Door een te lage baktemperatuur zal de toevoeging ongewenst
kunnen uitdrogen en verkleuren. Als het korstdeeg gaar en krokant is, moet dus ook de
toevoeging gaar zijn. Toevoegingen op een korstproduct zitten aan de buitenkant. Daarmee
moet je met de baktemperatuur rekening houden. Kleurt een bepaalde toevoeging snel, dan
moet de baktemperatuur lager zijn. Zorg er wel voor dat de temperatuur voldoende hoog
blijft, anders is er geen bladerende werking.