Prépositions pays/villes

  • Voca
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Dans ce cours...
  • Prépositions pays/villes

Slide 2 - Tekstslide

Prépositions pays/villes
In het Frans staat er voor een land of stad altijd een lidwoord. Als je wilt zeggen dat je in een land bent of naar een land gaat, verandert het lidwoord in een voorzetsel:
  • au > m. landen
  • en > f. landen
  • aux > pl. landen
  • à > steden

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Welke prepositions gebruiken we voor voor welke landen

Slide 5 - Open vraag

Welke prepostions gebruiken we voor steden en dorpen

Slide 6 - Open vraag

Hoe kan je zien of een land vrouwelijk is?

Slide 7 - Open vraag

En hoe kan je zien of een land meervoud is?

Slide 8 - Open vraag

Elle habite ... Espagne.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 9 - Quizvraag

Nous allons ... Toulouse.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 10 - Quizvraag

J'ai habité ... Japon.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 11 - Quizvraag

Il aime vivre ... Bruxelles.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 12 - Quizvraag

Je vais ... Suisse.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 13 - Quizvraag

Elle est ... États-Unis.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 14 - Quizvraag

Vous restez ... Belgique?
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 15 - Quizvraag

Il a été ... Portugal.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 16 - Quizvraag

l'Allemagne
l'Espagne
la Suisse
les Pays-Bas
l'Angleterre
les États-Unis

Slide 17 - Sleepvraag

Vertaal: Vous avez été en Allemagne.

Slide 18 - Open vraag

Vertaal: Je vais en vacances au Maroc.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal: Ils ont habité à Londres en Angleterre.

Slide 20 - Open vraag

Vertaal: Wij zijn in Frankrijk geweest.

Slide 21 - Open vraag

Vertaal: Ik woon in Breda in Nederland.

Slide 22 - Open vraag

Vertaal: Zij heeft in Canada gereisd.

Slide 23 - Open vraag