Spelling les 5: H4: Woorden korter schrijven

Spelling les 5: H4: Woorden korter schrijven
Welkom havo 3! Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas
Stap 2: Pak je laptop, schrift, boek en leesboek
Stap 3: Log in bij Lessonup met je eigen naam.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling les 5: H4: Woorden korter schrijven
Welkom havo 3! Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas
Stap 2: Pak je laptop, schrift, boek en leesboek
Stap 3: Log in bij Lessonup met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan afkortingen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen en symbolen correct schrijven.
Hoe bereik je dit doel?
  • Lezen + huiswerkcontrole
  • Dictee
  • Betekenis van afkortingen noteren
  • Uitleg: woorden korter schrijven
  • Oefening
  • Huiswerk: opdracht 1, 2, 3, 5 en 6 online

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Dictee
Je krijgt zes woorden. Noteer de juiste spelling van deze woorden in je schrift.

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden
1. jacquet
2. accommodatie
3. comfortabel
4. objectief
5. tutoyeren
6. taboe

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting: mavo?

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent de afkorting: m.a.w.?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent PS? Dit staat vaak onder een brief.

Slide 8 - Open vraag

Filmpje Nieuw Nederlands
Noteer aan de hand van het filmpje uit Nieuw Nederlands, de aantekeningen die horen bij deze les.

Slide 9 - Tekstslide

Vijf groepen om woorden korter te schrijven
1. Afkorting: een woordgroep met een beperkt aantal letters; je spreekt het oorspronkelijke woord uit. vb: m.a.w. --> met andere woorden.
2. letterwoord: bestaat uit de eerste letters van een naam en je spreekt het uit als een woord: Voorbeeld: Pin, Wajong
3. Initiaalwoord: De eerste voorletters van een naam, maar je spreekt het uit als losse letters. Voorbeeld: btw, aow, NS

Slide 10 - Tekstslide

Vervolg
4. Verkorting: is opgebouwd uit een of meer lettergrepen, je spreekt het uit als een woord: airco, wifi
5. Symbool: de notatie van een wetenschappelijk begrip, eenheid, valuta. De schrijfwijze is nationaal of internationaal afgesproken.
Let op: in technische en wetenschappelijke teksten schrijf je eenheden als gram en seconden in letters. In een gewone tekst schrijf je gram en seconden als gr. en sec.

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf de afkorting van het volgende woord: bladzijde

Slide 12 - Open vraag

Noteer de afkorting van de volgende woorden: hotel, restaurant, café

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk
Maken: Opdracht 1, 2, 3, 5 en 6.
Leren: aantekeningen spelling H1 t/m H4 blz. 34, 66, 102 & 136
Hoe werk je: Online via SOM, Leermiddelen, Nieuw Nederlands, Start, Planning. Je overlegt fluisterend.
Tijd: Tot het einde van de les.
Klaar: Alles opruimen. Daarna lezen

Slide 14 - Tekstslide