Theorie toets verhaalanalyse

Noem alles wat je nog weet over verhaalanalyse
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Noem alles wat je nog weet over verhaalanalyse

Slide 1 - Open vraag

"De jongen liep behoedzaam het verlaten huis binnen, niet wetende dat hij hier snel spijt van zou krijgen."
A
Ja, de verteller is hier alwetend
B
De verteller hoeft hier niet per se alwetend te zijn, dat kunnen we hier niet uit opmaken
C
Nee, dit is geen alwetende verteller

Slide 2 - Quizvraag

Geef eens een voorbeeld van een opmerking die een auctoriële verteller zou kunnen maken.

Slide 3 - Open vraag

Leg het begrip 'motief' uit.

Slide 4 - Open vraag

Leg het verschil uit tussen de ik-verteller en de personale verteller.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een flashforward en een toekomstverwijzing?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een gesloten en een open einde?

Slide 7 - Open vraag

Een verhaal kan op twee manieren beginnen. Welke twee manieren zijn dat?

Slide 8 - Open vraag

Theorievragen

Slide 9 - Tekstslide

Wat kan níét voorkomen in een chronologisch verteld verhaal?
A
Tijdvertraging
B
Terugverwijzing
C
Tijdverdichting
D
Flashforward

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de vertelde tijd en de verteltijd van een verhaal?

Slide 11 - Open vraag

Welke bewering over het formuleren van een thema is juist?
A
Een thema mag je nooit formuleren als zin
B
Een thema kan ook een voorwerp, zinnetje of bepaald gevoel zijn
C
Een thema formuleer je zo algemeen mogelijk
D
Een thema omschrijf je altijd in één woord

Slide 12 - Quizvraag

Wat kan nooit een motief zijn in een verhaal?
A
Een voorwerp
B
Een personage
C
Een abstracte kwestie die niet letterlijk genoemd wordt
D
Een zinnetje

Slide 13 - Quizvraag

Welke vier vertelperspectieven ken je?

Slide 14 - Open vraag

alwetend
niet alwetend
ik-verteller
personale verteller 
onzichtbare verteller
auctoriële vertelsituatie

Slide 15 - Sleepvraag

Wat verstaan we onder een rond karakter?
A
Een personage uit het verhaal dat zich ontwikkelt qua karakter
B
Een personage uit het verhaal van wie we niets meer weten dan een kenmerk
C
Een personage dat nogal veel gegeten heeft.
D
De hoofdpersoon van het verhaal.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe goed voorbereid voel je je voor de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll