5H herhaling Thema 2 Voortplanting

Voortplanting
Herhaling 4 en 5 havo
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voortplanting
Herhaling 4 en 5 havo

Slide 1 - Tekstslide

Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
2
3
4
5
6
7
8

Slide 2 - Sleepvraag



In de puberteit krijgen meisjes borsten. Dat wordt veroorzaakt door een hormoon. Welk orgaan produceert dit hormoon?

Puberteit
A
de baarmoeder
B
de eierstokken
C
de eileiders
D
de hypofyse

Slide 3 - Quizvraag


Wat is de functie van onderdeel 9?
Voortplantingsorganen van een man
A
vormen zaadcellen
B
vormen zaadvocht
C
vormen sperma
D
zaadcellen opslaan

Slide 4 - Quizvraag

Testosteron is een belangrijk hormoon in mannen. Wat zijn de doelorganen van testosteron?
A
Alleen de spieren
B
Alleen de teelballen
C
De spieren, teelballen en hypofyse
D
De hypofyse en de teelballen

Slide 5 - Quizvraag



In de tabel staat het aantal chromosomen per cel bij verschillende soorten organismen.

Hoeveel chromatiden bevat een cel van een kat na de S-fase?


Chromosomen

Slide 6 - Open vraag

Een levercel in een paard heeft 64 chromosomen, wat is de juiste formule van een zaadcel van een paard?
Chromosomen
A
2n = 64
B
1n = 64
C
1n = 32
D
2n = 32

Slide 7 - Quizvraag

De mannenpil is een pil die voorkomt dat een man zaadcellen gaat produceren.
De productie van zaadcellen wordt vanaf de puberteit aangedreven door de hypothalamus. Dit orgaan produceert GnRH, het hormoon dat de hypofyse aanzet tot het afgeven van gonadotrope hormonen. Deze hormonen zetten op hun beurt de zaadballen aan tot de productie van zaadcellen en testosteron.
Progesteron en oestrogeen hebben, net als testosteron, beide een remmende werking op de afgifte van GnRH. In deze mannenpil wordt progesteron gebruikt en geen oestradiol (een oestrogeen).
Leg uit wat bij de mannenpil het nadeel van het gebruik van oestrogeen zou zijn.

Geboorteregeling bij de man

Slide 8 - Open vraag

Leg uit hoe het embryo/ foetus beschermd is tijdens de zwangerschap tegen schokken van buitenaf.

Slide 9 - Open vraag

Gonorroe is één van de meest voorkomende SOA's in Nederland. Wat is een mogelijk langdurig gevolg van deze SOA als je niet wordt behandeld en hoe kan je deze SOA behandelen?

Slide 10 - Open vraag


In sommige gevallen kan ongewenste kinderloosheid worden opgeheven door kunstmatige inseminatie en/of door in-vitrofertilisatie (IVF). Bij kunstmatige inseminatie kunnen zaadcellen van de eigen partner worden gebruikt (KIE) of zaadcellen van een (anonieme) donor (KID).
Als gevolg van een chlamydia-infectie zijn bij een vrouw de eileiders verstopt geraakt. Zij kan daardoor langs natuurlijke weg niet zwanger worden. Zij en haar partner willen toch graag kinderen.
Welke methode komt of welke methoden komen in aanmerking om de ongewenste kinderloosheid van deze vrouw op te heffen?

Ongewenst kinderloos
A
Alleen IVF
B
Alleen KIE
C
Zowel KIE als KID
D
Zowel KIE, KID als IVF

Slide 11 - Quizvraag

In 1995 ontdekten de Deense biologen Peter Funch en Reinhardt Kristensen een
nieuwe diersoort Symbion pandora.
Het diertje leeft op de monddelen van een Noorse kreeft (Nephrops norvegicus) en voedt zich
met deeltjes die overblijven als de kreeft zijn voedsel naar binnen werkt. Om de voeding op te
nemen en te verwerken ontwikkelt het dier een voedingsstructuur.
Symbion pandora kan zich, afhankelijk van de milieuomstandigheden, zowel geslachtelijk
(seksueel) als ongeslachtelijk (aseksueel) voortplanten.
Onder welke milieuomstandigheden, gelijkblijvende of wisselende, biedt geslachtelijke
voortplanting dan wel ongeslachtelijke voortplanting meer voordeel voor Symbion pandora?
A
Bij gelijkblijvende geslachtelijk en bij wisselende ongeslachtelijke voortplanting
B
Bij gelijkblijvende ongeslachtelijk en bij wisselende geslachtelijke voortplanting
C
Bij zowel gelijkblijvende als wisselende omstandigheden geslachtelijk voortplanting
D
Bij zowel gelijkblijvende als wisselende omstandigheden ongeslachtelijke voortplanting

Slide 12 - Quizvraag