3Va periode 2 passieve/actieve zinnen, samengestelde zinnen

Gelukkig nieuwjaar
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

Onderdelen in deze les

Gelukkig nieuwjaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was jouw vakantie? Omschrijf je vakantie in één woord.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welkom 3Va
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hadden net afgesproken dat we naar de Mac zouden gaan, maar Gijs gooide ineens zijn … tegen de krib.

Wat moet er op de puntjes staan?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

programma
  • lezen (10 min)
  • Waar staan we? Planning
  • quiz woordpost/ww spelling/samengestelde zinnen
  • Songbook
  • Aan de slag: uitleg actief/passief
  • Samen aan de slag; ontleden
  • wat neem je mee? (2 min)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel
  • je weet het verschil tussen lijdende en bedrijvende vorm van een zin 
  • je weet het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin
  • je hebt een opfrismoment gehad qua zinsontleden
  • je weet weer hoe het zit met werkwoordspelling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar staan we?
  • uiterlijk vrijdag 13 januari inleveren: informatief artikel (+ de teaser) volledige opdracht staat/hangt in classroom
  • gemaakt voor vandaag: stappenplan redekundig ontleden
  • gemaakt voor vandaag: samenvatting ww spelling tt en vt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uit de planner...

  • Je kent belangrijke (werkwoord)spellingregels
  • Je kunt de spellingregels toepassen in je eigen schrijfwerk.
  • Je kunt een meervoudige zin ontleden.
  • Je kunt een zin in de lijdende of de bedrijvende vorm zetten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordpost
welke woord heb jij gevonden?
3 x kriskras door de klas
schrijf mee!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent: eloquent?
A
grappig taalgebruik
B
welbespraakt
C
moeilijk sprekend
D
grof taalgebruik

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Hij heeft haar (beschermen)
A
Beschermd
B
Beschermt

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de persoonsvorm?

A
verander de zin van tijd
B
verander het onderwerp van getal
C
maak de zin vragend, het eerste ww = pv
D
zowel a, b als c

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent: genuanceerd?
A
vol met fouten van het onderwerp
B
geen rekenschap houdend met aspecten van het onderwerp
C
rekenschap houdend met aspecten van het onderwerp
D
vol met details van het onderwerp

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Het heeft (regenen) in de zuidelijke provincies.
A
geregent
B
geregend

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zin is (pas) een zin als er een persoonsvorm in staat.

A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent: kwantiteit?
A
hoeveelheid
B
aantal
C
mate
D
bedrag

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zinnen staan hier?
Als jij opschiet, kunnen we de trein nog halen.

A
één
B
twee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent: accuraat?
A
van geen kwaliteit
B
van goed kwaliteit
C
onnauwkeurig
D
nauwkeurig

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juiste spelling voltooid deelwoord.

De overvaller heeft alles snel (bekennen).
A
bekent
B
bekend

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zin met twee persoonsvormen noem je een samengestelde zin.

A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent: abominabel?
A
afgrijselijk
B
apart
C
bijzonder mooi
D
bijzonder slecht

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Het heeft (ijzelen) in de noordelijke provincies.
A
geijzelt
B
geijzeld

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een samengestelde zin heeft altijd twee (of meer) persoonsvormen.

A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Songbook van 
3Va 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands songbook van 3Va
Welke Nederlandstalig nummer verdient een plekje in dit songbook?

Het woord is aan Adinda en Flint



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

wat weten jullie (al) van
actieve en passieve zinnen?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

actieve en passieve zinnen
  1. De docent deelt de schriften uit.
  2. De schriften worden uitgedeeld door de docent.


zin 1: de docent is ond, doet de actie, is in bedrijf, actief.
zin 2: de schriften zijn ond, ondergaan iets, zijn lijdend, passief. 





Slide 32 - Tekstslide

zin 1: onderwerp = de docent, die doet de actie. De docent is in bedrijf. Deze zin staat in de bedrijvende vorm.

zin 2: onderwerp = de schriften. Ze doen niets maar ondergaan iets, ze lijden. Deze zin staat in de lijdende vorm.

actieve en passieve zinnen
  1. Piet schopt de bal over het hek.
  2. De bal wordt door Piet over het hek geschopt.


zin 1: Piet is ond, doet iets, is in bedrijf, is actief.
zin 2: de bal is ond, ondergaat iets, is lijdend, is passief.


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

actieve en passieve zinnen
Het verschil
actieve/bedrijvende vorm: iemand doet iets
passieve/lijdende vorm: iets wordt door iemand gedaan.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

actieve en passieve zinnen
actieve vorm
passieve vorm
iemand doet iets
iets wordt door iemand gedaan
vb

De jongen leest het boek voor.

vb

Het boek wordt door de jongen voorgelezen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzin en noteer (hier) zelf een voorbeeld van een passieve zin.

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verzin en noteer (hier) zelf een voorbeeld van een actieve zin.

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

redekundig ontleden
even opfrissen

Slide 38 - Tekstslide

Waar hebben onderzoekers op een open veld resten van huizen uit de bronstijd gevonden?
Antwoord: In Engeland.
Dus In Engeland = bwb
Neem onderstaande zin over en verdeel in zinsdelen:

In Engeland hebben onderzoekers op een open veld resten van huizen uit de bronstijd gevonden.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Engeland | hebben | onderzoekers | op een open veld | resten van huizen uit de bronstijd | gevonden.

Benoem het deel: In Engeland

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Neem onderstaande zin over en verdeel in zinsdelen:

Op een open veld in Engeland hebben onderzoekers resten van huizen uit de bronstijd gevonden.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een open veld in Engeland | hebben | onderzoekers | resten van huizen uit de bronstijd | gevonden.

Benoem het deel: in Engeland

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag 1
Vergelijk en vul aan: 

jouw stappenplan zinsontleden
+
jouw samenvatting 
ww spelling


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag 2
Ontleed de gegeven zinnen en vergelijk de antwoorden met elkaar.



Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag 3
Bedenk en noteer in je schrift tenminste 4 toetsvragen (+ antwoorden) voor de 4 verschillende onderdelen:

redekundig ontleden
ww spelling 
enkelvoudige/samengestelde
actieve en passieve zinnen


Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer twee dingen die je hebt onthouden van deze les.

Slide 46 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt en tot de volgende les

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

filmpjes uitleg passieve en actieve zinnen.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies

filmpjes uitleg zinsontleden

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Video

Deze slide heeft geen instructies