Samengestelde zinnen

Samengestelde zinnen
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Samengestelde zinnen

Slide 1 - Woordweb

Wat is de juiste omschrijving van het begrip 'bijzin'?
A
Dit is een enkelvoudige zin.
B
Dit is het minder belangrijke, weglaatbare deel van een samengestelde zin.
C
Dit is het belangrijkste deel van een samengestelde zin.
D
Dit is een samengestelde zin.

Slide 2 - Quizvraag

Welke bewering over een hoofdzin is fout?
A
Je kunt de hoofdzin niet zomaar weglaten.
B
De PV en het onderwerp staan direct tegen elkaar (je kan geen woordje ertussen zetten).
C
De hoofdzin is het belangrijkste deel van de zin.
D
De PV staat vaak verder naar achter in de zin. Er is ruimte tussen het onderwerp en de PV.

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een nevenschikking?
A
Als een samengestelde zin bestaat uit twee hoofdzinnen.
B
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.
C
Als een samengestelde zin bestaat uit twee bijzinnen.
D
Als er sprake is van een enkelvoudige zin.

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een onderschikking?
A
ls een samengestelde zin bestaat uit twee bijzinnen.
B
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.
C
Als er sprake is van een enkelvoudige zin.
D
Als een samengestelde zin bestaat uit twee hoofdzinnen.

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een samengestelde zin?
A
Als een zin slechts 1 persoonsvorm heeft.
B
Als een zin meerdere persoonsvormen heeft.

Slide 6 - Quizvraag

Nevenschikkend 
Onderschikkend
en
want
maar
omdat
hoewel 
als

Slide 7 - Sleepvraag

Leg uit waarom de volgende zin een samengestelde zin is:


Ik ga naar de dokter, omdat ik buikpijn heb.

Slide 8 - Open vraag

Lees het volgende stukje tekst:

Er rijden vandaag geen treinen, omdat er werkzaamheden zijn.

Is hier sprake van een onderschikking of nevenschikking? Licht je antwoord toe.

Slide 9 - Open vraag

Horen de zinnen bij het begrip hoofdzin of bijzin?
Tekst
Hoofdzin
Bijzin
Als je deze zin weghaalt, houd je een complete zin over
PV en OND kunnen gescheiden worden door ander woordje 

Slide 10 - Sleepvraag

Noteer het voegwoord uit de onderstaande zin.

Ik ga naar de dokter, omdat ik buikpijn heb.

Slide 11 - Open vraag

Lees nogmaals de volgende zin:

Ik ga naar de dokter, omdat ik buikpijn heb.
Benoem het voegwoord. Kies uit: onderschikkend of nevenschikkend.

Slide 12 - Open vraag

Noteer de hoofdzin.

Onze spits schoot raak, zodat wij wonnen.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de bijzin.

De wedstrijd gaat niet door als het regent.

Slide 14 - Open vraag

Noteer uit de volgende zin de bijzin en de hoofdzin.

Mijn vader heeft de radio aan terwijl hij schildert.

Slide 15 - Open vraag


Lees de zin hieronder.

Voeg aan de zin een BWB en een BVB toe.

Het jongetje koopt een boek.

Slide 16 - Open vraag

Maak zelf een zin met het onderschikkend voegwoord als.

Slide 17 - Open vraag

Maak zelf een zin met het nevenschikkend voegwoord maar.

Slide 18 - Open vraag

Maak een nevenschikkende, samengestelde zin.

Slide 19 - Open vraag

Maak een onderschikkende, samengestelde zin.

Slide 20 - Open vraag