BEB les 1 polyfarmacie

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opzet van de lessen
  • voor de les lees je in het boek farmaceutische patiëntenzorg de theorie door
  • In de les een korte uitleg over de theorie
  • aan de slag met de opdracht 
  • heb je vragen na aanleiding van de opdracht of theorie dan mag je deze via het document in teams stellen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij polyfarmacie gebruikt iemand meer dan
A
3 verschillende geneesmiddelen
B
4 verschillende geneesmiddelen
C
5 verschillende geneesmiddelen
D
weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

polyfarmacie
gebruik van 5 of meer geneesmiddelen
  • komt vaker voor bij ouderen omdat:
  • meer aandoeningen
  • meer behandel mogelijkheden
  • preventief

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is het nadeel van polyfarmacie?

Slide 7 - Open vraag

Toename bijwerkingen
Verminderde therapie trouw
Optreden interacties
Over gebruik

Bij pijn en pammetjes hebben jullie een opdracht therapie trouw gedaan: jullie moesten een week lang “medicatie gebruiken” elke dat 3 keer per dag een tictac innemen
Waarschijnlijk hebben jullie gemerkt dat dit niet gemakkelijk was. Dit geldt natuurlijk ook voor echte medicatie: veel mensen weten niet waarvoor ze medicatie gebruiken. Als je niet weet waarvoor je een geneesmiddel gebruikt dan is het moeilijk om dit standaard te blijven gebruiken. Ook als je geen direct effect merkt zal het lastiger zijn
Over gebruik: voor een aandoening worden meerdere geneesmiddelen gebruikt of een middel wordt gebruikt om de bijwerking van andere geneesmiddelen tegen te gaan

meerdere voorschrijvers
Wijzigingen worden niet doorgegeven

  • Gestopte medicatie wordt niet doorgegeven
  • Gestarte medicatie wordt niet doorgegeven
  • lsp !

Slide 8 - Tekstslide

Tegenwoordig gaat het met LSP al beter:
Wat betekent lsp?
Landelijk schakel punt: een apotheek kan bij een andere apotheek medicatie gegevens opvragen over de actuele medicatie:
Medicatie die op dat moment gebruikt wordt.
Het is dan wel belangrijk dat wijzigingen verwerkt worden
Het is ook belangrijk dat er gewerkt wordt met code in het AIS

risico groepen
Patiënten met:

  • Chronische aandoeningen
  • Hogere leeftijd
  • Slechte gezondheid
  • Slechte leefstijl
  • Rokers
  • alcoholisten

Slide 9 - Tekstslide

Wie vormen een risico groep voor polyfarmcie?
Patiënten met chronische aandoeningen (zoals eerder besproken)
Hogere Leeftijd: hoe ouder de patiënt hoe groter de kans op geneesmiddelen gebruik (1/5 deel van de mensen boven de 75 jaar gebruikt meer dag 9 geneesmiddelen)
Gezondheid: ouderen drinken vaak slecht waardoor er gevaar voor uitdroging ontstaat. Bij ouderen is de dorst prikkel minder sterk.
Leefstijl: ouderen bewegen vaak minder
ook rokers en alcoholisten zijn een risico groep

onderzoeken: geneesmiddelen en ziekenhuisopname
Ouderen boven 65 jaar met polyfarmacie
Met de volgende aandoening
  •  verminderde nierfunctie
  •  verminderde cognitie
of 1 of meer risico factoren
  •  verhoogd valrisico
  •  verminderd therapie trouw
  •  niet zelfstandig wonend





Slide 10 - Tekstslide

Omdat ouderen behoren tot de risico groep is er een onderzoek gestart naar ziekenhuis opnames die te maken hebben met geneesmiddelen.
Zoals jullie inmiddels al weten gebruiken ze voor het onderzoek niet de termen die hier op de slide staan, ze hebben daar moeilijke namen voor bedacht. In de volgende slides worden deze behandeld
Wat is het probleem: er is weinig samenwerking tussen artsen en apotheken en er zijn veel ziekenhuis opnames door geneesmiddel gebruik
Hoe kunnen we het voorkomen: door medicatie van ouderen goed onder de loep te nemen: dus goed te bekijken
Welke regels worden afgesproken: afspraken maken over het voorschrijven van medicatie
Voor welke doelgroep zijn deze regels: voor welke patienten gelden deze regels Multidisciplinair: dit betekent dat er meerder artsen zoals huisartsen, geriaters (artsen gespecialiseerd in het behandelen van ouderen) in ziekenhuizen, de vereniging voor specialisten en de knmp
Deze richtlijnen zijn gemaakt voor oudere patiënten met een groot risico op schade door gebruik van geneesmiddelen die minder geschikt voor hen zijn. Op basis van deze richtlijn wordt een medicatie beoordeling gedaan.

De doelgroep zijn patiënten die:
Patiënten boven de 65 jaar met polyfarmacie
De volgende ziekte / aandoening of een of meer risico factoren:
Verminderde nierfunctie
Verminderde cognitie ( denken, geheugen)
Verhoogd valrisico
Signalen van verminderd therapie trouw
Niet zelfstandig wonend

welke vragen zijn er?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maak opdracht 1: polyfarmacie

voorbereiden voor volgende les:
geen 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies