2V - Grammatica - woordsoorten

2Hd
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2Hd

Slide 1 - Tekstslide

2V
Grammatica - woordsoorten - paragraaf 2, 4 , 6, 8 en 10

Slide 2 - Tekstslide

Les 1
Doel:
- Je kunt de volgende woordsoorten uitleggen en herkennen in een zin: 

Programma
- Essays inleveren
- Toets leesvaardigheid bespreken
- Uitleg en oefenen met woordsoorten leerjaar 1
- Digitaal: Cursus 5 (Grammatica) - paragraaf 2 maken (herhaling leerjaar 1)


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Les 2
Doel:
- Je kunt uitleggen wat wederkerende en wederkerige voornaamwoorden zijn. 

Opdrachten
- Digitaal: Cursus 5 (Grammatica) - paragraaf 2 maken (herhaling leerjaar 1)
- Digitaal: Cursus 5, paragraaf 4 maken


Slide 10 - Tekstslide

Aantekening - Wederkerend / wederkerig
Neem onderstaand schema over en vul deze tijdens het bekijken van het filmpje in. 
In beide gevallen komt het onderwerp later in de zin weer terug. 




Uitleg
Voorbeelden
Wederkerend voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden
Meneer Van het Hof scheert zichzelf het liefst met een scheermesje.

Ik bemoei me nooit met de ruzies van anderen.

Jij schaamt je ook nergens voor. 

Was je je hond iedere week?



Slide 12 - Tekstslide

Les 3
Doel:
- Je kunt uitleggen wat aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden zijn. 

Opdrachten
- Digitaal: Cursus 5 (Grammatica) - paragraaf 2 maken (herhaling leerjaar 1)
- Digitaal: Cursus 5, paragraaf 4 maken
- Digitaal: Cursus 5, paragraaf 6 maken - opdracht 1 t/m 5


Slide 13 - Tekstslide

Aantekening - Voornaamwoorden
Neem onderstaand schema over en vul deze tijdens het bekijken van het filmpje in. 




Uitleg
Voorbeelden
Aanwijzend voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden
1.  Mijn broers en ik zijn naar de bioscoop gegaan. 

2. Zou iemand gisteren boos zijn geweest?

3. Welke opgaven in het boek zijn moeilijk?



Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden
1.  Mijn   broers en ik         zijn    naar de    bioscoop gegaan. 
     bvnw zn         vw pvnw hww vz      blw  zn                zww
2. Zou    iemand gisteren boos zijn    geweest?
     hww  ovnm     bw             bn     hww  kww
3. Welke opgaven in het   boek zijn    moeilijk?
     vvnw   zn              vz blw  zn      kww  bn



Slide 16 - Tekstslide

Les 4
Doel:
- Je kunt uitleggen wat telwoorden zijn.

Opdrachten
- Online maken: Grammatica paragraaf 2, 4, 6 en 8 (alleen basisopdrachten)
- Diatoets - meting 1 maken
- Presentatie voorbereiden


Slide 17 - Tekstslide

Aantekening - Telwoorden
Neem onderstaand schema over.






Een telwoord geeft altijd een hoeveelheid, volgorde of plaats in een reeks aan. 




Slide 18 - Tekstslide

Les 5
Doel:
- Je kunt uitleggen wat onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden zijn. 

Opdrachten
- Vul de woordsoortenlijst in die je hebt gekregen om je leerstof compleet te maken. 

Slide 19 - Tekstslide

Voegwoorden
Met een voegwoord worden 2 of meer zinnen (hoofd- en/of bijzinnen) aan elkaar geplakt. De samengestelde zin bevat daarna 2 persoonsvormen. 

Nevenschikkende voegwoord:
Voegwoord dat ervoor zorgt dat er 2 hoofdzinnen worden gecombineerd. 
Ik heb morgen een afspraak bij de tandarts en ik moet morgen om 20 uur trainen. 

Onderschikkend voegwoord:
Voegwoord dat ervoor zorgt dat er een hoofd- en een bijzin wordt gecombineerd. 
Omdat ik morgen om 20 uur moet trainen, maak ik daarvoor alvast mijn huiswerk. 




Slide 20 - Tekstslide

Toetsles
Toets grammatica - woordsoorten

Klaar?
1. Ga naar www.diatoetsen.nl
2. Log in met Entree Federatie
3. Maak alle drie de blokken met leesvaardigheidsteksten

Slide 21 - Tekstslide