5.6 Genen en eiwitten

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 5.6 Genen en eiwitten
1.
Lesopening
2. 
Lesdoelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 5.6 Genen en eiwitten
1.
Lesopening
2. 
Lesdoelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je werkboek van biologie op tafel en laat deze nog even dicht op tafel liggen. 


Huiswerk controle:
5.5 opdracht 1 t/m 9

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je uitleggen dat cellen alleen de informatie gebruiken die ze nodig hebben;

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig 5.6 opdracht 1 t/m 3 op blz. 159 t/m 161.
Krystian & Jessica

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jochem, Gijs & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jamie, Niek & Jaysen

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat bevat de informatie voor het maken van eiwitten?

Slide 6 - Open vraag

Waardoor komt de kleur van je ogen tot stand?
A
Genen
B
DNA
C
Eitwitten
D
Cellen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is ' melanine'?

Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat:
3 of meer vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 5.6 opdracht 1 t/m 3 op blz. 159 t/m 161.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 10 - Tekstslide

Eiwitten
Genen bevatten de informatie voor eiwitten, bijvoorbeeld een spiercel maakt spiereiwit. 

Om een eiwit te maken, heeft een cel informatie nodig. Deze is opgeslagen in een gen. 

Eiwitten en genen: regelen de kleur, de vorm en de werking van je lichaam. 

Slide 11 - Tekstslide

Actief en niet actief
Een cel gebruikt alleen de genen die het nodig heeft. De andere genen zijn dus niet actief

Welke actief zijn hangt af van de plaats in het lichaam waar de cel zich bevindt. 

Een gen kan een beetje actief zijn, of erg actief. Bijvoorbeeld: als je veel krachttraining doet, wordt het gen in je spiercel actiever. Deze gaat meer spiereiwitten aanmaken. 


Slide 12 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Jochem, Gijs & Zouhir: jullie gaan zelfstandig 5.6 opdracht 1 t/m 3 op blz. 159 t/m 161. Lees goed de stukjes tekst. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jamie, Niek & Jaysen (of had je alle vragen in de mini-check fout?): 
Wij maken samen opdracht 1.

Slide 13 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest de theorie van paragraaf 5.6. Hierna maak je opdracht 1 t/m 3 op blz. 159 t/m 161.


Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Inzichtsvragen H5 afmaken of de samenhang maken van H5 
je mag zelf kiezen welke. 
3. Leren voor biologie
 
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide


- kun je uitleggen dat cellen alleen de informatie gebruiken die ze nodig hebben?
7. Evaluatie
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

8. Huiswerk en toetsen
Huiswerk:
Donderdag 4 april
5.6 opdracht 1 t/m 3 
Toetsen:

Slide 16 - Tekstslide