Project het nieuws les 3 - Speurtocht door de krant + krantenopdracht

Nederlands

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide


Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley

Slide 3 - Quizvraag

Programma:

  • Terugkoppeling krant
  • Opdracht zinnen maken met de krant
  • Zelfstandig werken
Lesvragen/ lesdoelen:

  • Welke rubrieken vind je in de krant?
  • Hoe bouw ik een goede zin op?

Slide 4 - Tekstslide

Rubrieken van
de krant

Slide 5 - Woordweb

Werkwoorden
Een werkwoord is een doe- woord. 
In een zin staat altijd één werkwoord, dit werkwoord noem je de persoonsvorm. Je kan een persoonsvorm ontdekken door:

- De zin vragend te maken
- De zin in een andere tijd te zetten of
- De zin van enkelvoud naar meervour te veranderen of andersom
Let op de regels:
  •  begin de zin met een hoofdletter en eindig met een punt, vraagteken of uitroepteken.
  • in iedere zin zit één persoonsvorm
Zelfstandig naamwoorden
Een zelfstandig naamwoord is een mens/ dier/ plant of ding.
Lidwoorden
Een lidwoord plaats je voor een zelfstandig naamwoord.
De Nederlandse taal kent drie lidwoorden:

- de
- het
- een
Bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

Bijvoorbeeld:
De oude man

Opdracht:



Maak 10 creatieve zinnen van minstens 8 woorden per zin.


Knip uit de krant de volgende woordsoorten uit:


Werkwoorden - Zelfstandige naamwoorden - Lidwoorden - Bijvoeglijke naamwoorden - Restwoorden

Plak de goedgekeurde zin op de achterkant van de speurtocht door de krant

Slide 6 - Tekstslide

Lees de volgende zin, uit een nieuwsbericht:

In de hoofdstad Wenen heeft een terroristische aanslag plaatsgevonden waarbij vier mensen zijn overleden.

Wat is een zelfstandig naamwoord in deze zin?
A
hoofdstad
B
terroristische
C
overleden
D
mensen

Slide 7 - Quizvraag

Lees de volgende zin, uit een nieuwsbericht:

In de hoofdstad Wenen heeft een terroristische aanslag plaatsgevonden waarbij vier mensen zijn overleden.

Wat is een werkwoord in deze zin?
A
heeft
B
overleden
C
in
D
plaats

Slide 8 - Quizvraag

Lees de volgende zin, uit een nieuwsbericht:

Op meerdere plekken in de stad werd gisteravond geschoten op mensen


Wat is een bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
A
plekken
B
meerdere
C
gister
D
avond

Slide 9 - Quizvraag

Lees de volgende zin, uit een nieuwsbericht:

Op meerdere plekken in de stad werd gisteravond geschoten op mensen


Wat is een lidwoord in deze zin?
A
de
B
op
C
in
D
stad

Slide 10 - Quizvraag

Werkwoorden
Een werkwoord is een doe- woord. 
In een zin staat altijd één werkwoord, dit werkwoord noem je de persoonsvorm. Je kan een persoonsvorm ontdekken door:

- De zin vragend te maken
- De zin in een andere tijd te zetten of
- De zin van enkelvoud naar meervour te veranderen of andersom
Let op de regels:
  •  begin de zin met een hoofdletter en eindig met een punt, vraagteken of uitroepteken.
  • in iedere zin zit één persoonsvorm
Zelfstandig naamwoorden
Een zelfstandig naamwoord is een mens/ dier/ plant of ding.
Lidwoorden
Een lidwoord plaats je voor een zelfstandig naamwoord.
De Nederlandse taal kent drie lidwoorden:

- de
- het
- een
Bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

Bijvoorbeeld:
De oude man

Opdracht:



Maak 10 creatieve zinnen van minstens 8 woorden per zin.


Knip uit de krant de volgende woordsoorten uit:


Werkwoorden - Zelfstandige naamwoorden - Lidwoorden - Bijvoeglijke naamwoorden - Restwoorden

Plak de goedgekeurde zin op de achterkant van de speurtocht door de krant

Slide 11 - Tekstslide