Operationeel inzetbaar herhalingsles

Welkom KE4/OPERATIONEEL INZETBAAR
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom KE4/OPERATIONEEL INZETBAAR

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsles KE4

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud les
  • Alle onderdelen herhalen 

Slide 3 - Tekstslide

HPG, wat bereiken we daarmee?
A
Het verbeteren en waarborgen van de gezondheid door goede hygiëne
B
Het waarborgen van de veiligheid in en rondom de verblijfplaats
C
Het beoordelen van persoonlijke gedragingen
D
De controle en bevoorrading van munitie

Slide 4 - Quizvraag

Vijf hoofdoorzaken voor (tijdelijk) verlies aan gevechtskracht
  • Klimatologische omstandigheden (hitte en koude)
  • Bijtende of stekende insecten
  • Diarree
  • Verkeers- en sportongevallen
  • Slechte lichamelijk- en/of geestelijke conditie

In militaire conflicten wordt 20% veroorzaak door oorlogsverwondingen en 80% door ziekte of ongevallen.

Slide 5 - Tekstslide

De vijf onderwerpen binnen HPG
  1. Epidemiologie en infectieziekten (bestrijding) 
  2. Veilig voedsel en schoon water
  3. Flora en fauna, planten en dieren op onze gezondheid
  4. Arbo en milieu ten velde, geluid, straling, asbest 
  5. Hygiëne ten velde (persoonlijke en het werkgebied, bv. afvalverwijdering). 

Slide 6 - Tekstslide

De besmettingsketen
vul in: 
Besmettingsbron
Besmettingsweg
Bestemming

Slide 7 - Sleepvraag

Infectieziekten
Verspreiding via: 
  • Contactinfecties door lichaamscontact
  • Luchtinfecties stof of druppeldeeltjes
  • Oro-fecale infecties, mond of maag-darmkanaal
  • Vectorinfecties (bv. tekenbeet) 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een alternatief voor persoonlijke hygiëne?
A
Met zeep insoppen en laten opdrogen
B
Proberen zoveel mogelijk dezelfde kleding aanhouden
C
Alleen deodorant gebruiken
D
Een doek vochtig maken lichaam afwrijven en daarna droog maken

Slide 9 - Quizvraag

Voeding 
Waar zorgt gezonde voeding voor?
  • Groei cellen, weefsel, organen
  • Onderhoud en herstel van lichaamscellen
  • Leveren energie
  • Vormen van reserve 

Slide 10 - Tekstslide

TRAININGSWETMATIGHEDEN
Jullie hebben vorige theorieles gehoord over supercompensatie. Echter, er zijn meer trainingswetmatigheden:
  • Overload
  • Verminderde meeropbrengst
  • Omkeerbaarheid
  • Specificiteit
  • Individualiteit
  • Duurzaamheid

Slide 11 - Tekstslide


Welke trainingswetsmatigheid zie je hier?
A
Wet van de verminderde meeropbrengst
B
Omkeerbaarheid
C
Specificiteit
D
Duurzaamheid

Slide 12 - Quizvraag


Welke trainingswetsmatigheid zie je hier?
A
Wet van de verminderde meeropbrengst
B
Omkeerbaarheid
C
Specificiteit
D
Duurzaamheid

Slide 13 - Quizvraag

Welke trainingswet is dit ?
"Je wordt alleen beter in wat je traint"

A
Overload
B
Verminderde meeropbrengst
C
Individualiteit
D
Specificiteit

Slide 14 - Quizvraag

Volgens welke trainingswet moet je steeds iets zwaarder trainen?
A
supercompensatie
B
overload
C
reversibiliteit
D
wet van de verminderde meeropbrengst

Slide 15 - Quizvraag

Wat bedoelen we met de trainingswet 'Verminderde Meeropbrengst'?
A
Je word alleen maar beter als je je lichaam uitdaagt
B
Als je te lang/te veel rust neemt gaat het effect weg
C
Een beginner boekt meer progressie dan een topsporter
D
Je word alleen beter in wat je traint

Slide 16 - Quizvraag

Niet te lang rust nemen hoort bij de trainingswet?

Slide 17 - Open vraag

Hoe heet de trainingswet dat je het trainingsplan aanpast aan de persoon?

Slide 18 - Open vraag

Welke macronutriënt zorgt voor energiereserves in het lichaam?
A
Vetten
B
Vitamines
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 19 - Quizvraag

Gezonde voeding 
  • Brandstoffen: koolhydraten en vetten
  • Bouwstoffen: eiwitten
  • Beschermende stoffen: vitamines, mineralen en water
  • Macronutriënten (macro=groot): koolhydraten, eiwitten en vetten, heeft ons lichaam in grote hoeveelheden nodig.
  • Micronutriënten (micro=klein): vitamines en mineralen (spoorelementen). Maakt ons lichaam niet zelf aan, dus halen uit voedsel.
  • Water belangrijk voor vochthuishouding en aanvoer voedingsstoffen en afvoer afvalstoffen

Slide 20 - Tekstslide

Schijf van Vijf
1. Eet gevarieerd (seizoensgebonden)
2. Niet teveel eten en voldoende bewegen
3. Minder verzadigd vet
4. Groente, fruit en vezels
5. Zuinig met zout.
6. 1,5-2L. vocht per dag

Slide 21 - Tekstslide

Zoek op hoeveel groente en fruit moet hebben?

Slide 22 - Open vraag

Wat is stress?
Spanning of druk. Je vraagt meer van jezelf dan dat je aankunt.
  • Positieve stress: gezonde spanning die je hebt voor een sportwedstrijd, een tentamen. Dit zorgt voor meer focus en dat je goed (beter) kan presteren.
  • Negatieve stress: stress/spanningen die langer aanhouden en geen ontspanningsmoment bij komt kijken.
Als je niet meer voldoende kan functioneren door aanhoudende stress-> contact met hulpverlener.

Slide 23 - Tekstslide

Stress
A
is gezond
B
A en B zijn beide waar
C
is ongezond
D
zit tussen de oren

Slide 24 - Quizvraag

Het probleem van stress is vaak dat de betrokkene niet erkent dat sprake is van te veel stress.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Als je positief denkt, heb je minder last van stress en kan je stress verlagen
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Wat is stress ?

A
Hoofdpijn
B
Een vorm van spanning
C
Pijn in je Brein
D
Engelse rap😎

Slide 27 - Quizvraag

Volgende les

Slide 28 - Tekstslide