Les 3: Via Vervolg thema 3 Spelling & Grammatica

Spelling en grammatica
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling en grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Persoonsvorm
De persoonsvorm vind je door:
  • De zin vragend te maken 
  • De tijd veranderen
  • Het aantal veranderen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Voltooid deelwoord
rennen - ik heb..........
kopen - ik heb...........
voetballen - ik heb ..............

Slide 5 - Tekstslide

Als je een vraagzin maakt, dan komt de persoonsvorm vooraan.
A
Waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet
D
Wat is een vraagzin?

Slide 6 - Quizvraag

De persoonsvorm is een werkwoord
A
klopt
B
klopt niet

Slide 7 - Quizvraag

De persoonsvorm is het belangrijkste .... in de zin
A
werkwoord
B
onderwerp
C
bijwoord
D
voltooide tijd

Slide 8 - Quizvraag

De ijsbeer heeft in de sneeuw gerold.

Wat is de persoonsvorm?
A
De ijsbeer
B
heeft
C
in de sneeuw
D
gerold

Slide 9 - Quizvraag

Verwaarloosde de man zijn hond expres?

Wat is de persoonsvorm?
A
Verwaarloosde
B
de man
C
zijn hond
D
expres

Slide 10 - Quizvraag

Het onderwerp kan je vinden door:

wie of wat doet iets in de zin?
A
Waar
B
Niet waar
C
Huh?
D
Wat?

Slide 11 - Quizvraag

Het meisje geeft haar hond een koekje.

Wat is het onderwerp?
A
Het meisje
B
geeft
C
haar hond
D
een koekje

Slide 12 - Quizvraag

Op de markt in het dorp verkopen de boeren hun zelfgemaakte kaas.

Wat is het onderwerp?
A
Op de markt in het dorp
B
verkopen
C
de boeren
D
hun zelfgemaakte kaas

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Voltooid deelwoord
rennen - ik heb.........
kopen - ik heb...........
voetballen - ik heb..............
kraken - ik heb...........
zoenen - ik heb..........

 Ezelsbruggetje:        TaXiKoFSCHiP       of     'T SeXyFoKSCHaaP

Slide 15 - Tekstslide

Waarvoor kun je
TaXiKoFSCHiP of 'T SeXyFoKSCHaaP
gebruiken?
A
het onderwerp vinden
B
de persoonsvorm vinden
C
het voltooid deelwoord goed schrijven
D
weet ik niet

Slide 16 - Quizvraag

Zit de letter in:

TaXiKoFSCHiP of 'T SeXyFoKSCHaaP

dan komt er bij voltooide tijd een .............. achter:
A
- t
B
- d
C
- dt
D
- en

Slide 17 - Quizvraag

Voltooide tijd van: ruiken
A
Ik heb geruikt
B
Ik heb geruikd
C
Ik heb geroken
D
Ik heb geruiken

Slide 18 - Quizvraag

Voltooide tijd van: fokken
A
ik heb gefokd
B
ik heb gefokt
C
ik weet het niet

Slide 19 - Quizvraag

Voltooide tijd van: kweken
A
ik heb gekweekt
B
ik heb gekweekd
C
ik weet het niet

Slide 20 - Quizvraag

Voltooide tijd van:

verwaarlozen
A
ik heb verwaarloosd
B
ik heb verwaarloost
C
ik weet het niet

Slide 21 - Quizvraag

bewegen 
ik 
ik heb 
bijten
ik
ik heb
drinken
ik
ik heb
fluiten
ik
ik heb
kruipen
ik
ik heb
zwemmen
ik
ik heb
zoeken
ik
ik heb
drijven
ik
ik heb
graven
ik
ik heb
lijden
ik
ik heb

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf onder elke zin het werkwoordelijk gezegde op. 

Weet je niet meer hoe dat moet lees theorie blz. 225 Boek A

Slide 23 - Tekstslide

De school in Amsterdam is heel mooi geworden.

Slide 24 - Open vraag

De gymbus is op tijd vertrokken naar de les.

Slide 25 - Open vraag

De bal kan door Rebecca worden opgevangen.

Slide 26 - Open vraag

Angel en Rayan hebben dit weekend op de laptop gewerkt.

Slide 27 - Open vraag

Seb vindt het afschaffen van de telefoon geen goed idee.

Slide 28 - Open vraag

Arsh wil later werken in een groot bedrijf.

Slide 29 - Open vraag

Rayane en Furkan willen morgen een cadeau meenemen.

Slide 30 - Open vraag

Jailey heeft gisteren haar kamer helemaal schoongemaakt.

Slide 31 - Open vraag

Nahla kan heel goed met haar vrienden omgaan.

Slide 32 - Open vraag

Ik wil voor mijn verjaardag een feestje in het zwembad geven.

Slide 33 - Open vraag

Zet de woorden in de volgende dia's op de juiste plaats.

Let op: Er kunnen woorden overblijven.

Slide 34 - Tekstslide

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Wij 

hebben
ons huiswerk

gemaakt

Slide 35 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
Michael

een film over Fortnite

gezien.

heeft

gisteren

Slide 36 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
Asaad

morgen

beginnen

gaat

aan een zijn huiswerk.

Slide 37 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Ik

ben

net

gegaan.

naar school

Slide 38 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Wij 

hebben

een mooie boswandeling

gemaakt

Slide 39 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
In de kantine 
kan

lekkere broodjes
kopen
je

Slide 40 - Sleepvraag