Opdracht 12: (T1) (4p)
Geef aan of de eerste zin een oorzaak of een gevolg is van de tweede zin.
Doe het zo….
Zin 1 is een (oorzaak/ gevolg) van zin 2.
a. 1. De Franse koning verdrijft de Britse legers uit Frankrijk. 2. Jeanne d’Arc speelt een belangrijke rol in het Franse leger.
b. 1. Handelaren en ambachtslieden gingen in steden wonen. 2. Er ontstonden marktplaatsen langs kruispunten van land- en waterwegen en bij kastelen.
c. 1. Christenen en moslims dreven meer handel met elkaar. 2. Meer producten uit Azië kwamen naar Europa.
d. 1. De Byzantijnse keizer vroeg de paus om hulp tegen de Turkse veroveraars. 2. In 1095 riep de paus op tot een kruistocht.
a. Zin 1 is een gevolg van zin 2
b. Zin 1 is een gevolg van zin 2
c. Zin 1 is een oorzaak van zin 2
d. Zin 1 is een oorzaak van zin 2
Per goed antwoord 1 punt, in totaal 4 punten