Stap 1: orientatie op de situatie
SBAR (1)
S: ik bel over mw. Van Dam, afdeling neurologie kamer 18. Ik bel omdat zij een insult heeft. Voelde het dan ook niet aankomen. Ze is buiten bewustzijn, schokt door haar hele lichaam, trekt grimassen en bijt op haar tong. Ook trekt ze blauw weg.
mw. Is opgenomen ter observatie voor 3 dagen nadat ze uitslagen kreeg dat ze een onbehandelbare hersentumor heeft. Vitale functies zijn:
- RR: 125/ 82
- P: 89, regelmatig
- Temp: 36.6
- Sat: 88%
- AH: 9
- Graag nu langskomen ter observatie en beoordeling.
B: mw. Heeft geen voorgeschiedenis dan dat ze nu sinds 2 weken gediagnostiseerd is met glioom zonder metastasen in de rest van het lichaam.
A: mw. Heeft op dit moment een insult, het is nu 3 minuten gaande en zakt nog niet af. AVPU = U, geen reactie.