Nevenschikkende en onderschikkende zinnen met wederkerend werkwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H2

Telefoon in hotel

Laptop dicht op tafel

Stil lezen in je leesboek

Samengestelde zinnen

Een samengestelde zin heeft altijd twee of meer persoonsvormen. 

- Nevenschikking: De zin bestaat uit twee hoofdzinnen.

- Onderschikking: De zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.

Omdat ik te laat op school was, moest ik een briefje halen.

1. Omdat
2. moest
3. was
4. halen

Omdat ik te laat op school was, moest ik een briefje halen.

1. Nevenschikkend
2. Onderschikkend

Samengestelde zinnen ontleden

Benoem de hoofdzin en ontleed de hoofdzin. Benoem (eventueel) de bijzin. Geef aan of de zin onderschikkend of nevenschikkend is.

De man liep over straat nadat zijn fiets kapot was gegaan.

bijzin: nadat zijn fiets kapot was gegaan

hoofdzin: de man liep over straat

pv: liep

wg: liep

o:de man

bwb: over straat

Omdat ik te laat op school was, moest ik een briefje halen.

Hij wast zich terwijl hij een sinterklaasliedje zingt.

De gymdocent heeft een poster opgehangen en moest een pen lenen.

Jantje schaamt zich niet voor het maken van dezelfde fouten.

Omdat het zo koud is buiten, moeten de meeste mensen krabben.

Zelfstandig aan de slag

Maak de test jezelf van 2.9 spelling

Doe dit zelfstandig op je laptop