Het imuunsysteem

Vandaag
Opdrachten bloedbank bespreken 
Uitleg over het immuunsysteem 
Opdrachten maken paragraaf 1.7 van je werkboek
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Opdrachten bloedbank bespreken 
Uitleg over het immuunsysteem 
Opdrachten maken paragraaf 1.7 van je werkboek

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
- Wat ziekteverwekkers zijn. 
- Hoe je immuunsysteem reageert op ziektewekkers.
- Wat immuniteit is. 
- Hoe vaccinaties werken.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg volgen
+ Je hebt herhaling over witte bloedcellen en voorbereiding voor volgend jaar 
--> Je luistert aandachtig mee, maar je hoeft geen aantekening te maken
Uitleg niet volgen
+ Je kunt alvast leren door de tekst te lezen, samenvattingen/tekeningen/
begrippenlijst te maken.
--> Terwijl ik uitleg geef ben je stil, je mag wel oortjes in. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Immuunsysteem
Het immuunsysteem werkt op 2 manieren; door ziektewekkers in te sluiten (macrofagen/fagocyten) of door antistoffen (lymfocyten).

Witte bloedcellen zijn veranderlijk van vorm in kunnen hiermee ziekteverwekkers ''opeten''. Hiermee gaan zij zelf vaak ook dood en de effectiviteit kan verschillen. Als eerste lijn van afweer werkt het goed. 

Slide 5 - Tekstslide

Antigenen
Ziekteverwekkers hebben antigenen aan de buitenkant. Hiermee kunnen zij een cel binnenkomen en herkent worden door het afweersysteem. 

Deze antigenen kunnen veranderen, er zijn dat varianten van een ziektewekker. 

Slide 6 - Tekstslide

Antistoffen
Het immuunsysteem kan een ziekteverwekker onschadelijk te maken door stoffen te maken die precies op de antigenen passen, dit zijn antistoffen. Er word voor elke ziektewekkers specifieke antistoffen gemaakt, en het immuunsysteem moet ''leren'' welke ziekteverwekker welke antistof nodig heeft. 

Slide 7 - Tekstslide

Immuniteit
Als je immuunsysteem heeft geleerd, kunnen zij later snel een ziekteverwekker herkennen en bestrijden. Je bent dan voor die ziekte immuun. 

Soms word je gevaccineerd tegen een bepaalde ziekte. Dan worden antigenen van een ziekteverwekker ingespoten waardoor je lichaam leert welke antistoffen hij daar tegen moet maken. Je lichaam kan dan bij een infectie snel een ziekte bestrijden. 


Slide 8 - Tekstslide

Rijksvaccinatieprogramma

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 1.7 in je werkboek (bladzijde 16). Dit is huiswerk voor de volgende les. Als je eerder klaar bent kun je ook de samenhang maken. 
Klaar? Alvast leren voor de toets. (Die is volgende week dinsdag).

Slide 10 - Tekstslide