Palingoproer V1

De Paling oproer
Werk- en leefomstandigheden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De Paling oproer
Werk- en leefomstandigheden

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer?
  • Tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines.
  • 1800 - 1900

Slide 2 - Tekstslide

Urbanisatie
  • Mensen verhuisden van het platteland naar de stad.
  • Minder werk op het platteland
  • Er was veel werk in de steden. -> er kwamen steeds meer fabrieken.

Slide 3 - Tekstslide

Gevolgen urbanisatie
  • Leefomstandigheden veranderden.
  • Er moesten meer huizen gebouwd worden.
  • De kwaliteit van leven vliegt achteruit!

Slide 4 - Tekstslide

Leefomstandigheden
Gevolgen
  • Mensen woonden erg dicht op elkaar. <- urbanisatie op grote schaal.
  • Ongezonde omgeving;
  • Slechte hygiëne.
  • Armoede.
  • Besmettelijke ziektes.

Slide 5 - Tekstslide

Werkomstandigheden in fabrieken
  • Geen vakantie.
  • Ook werken als je ziek was.
  • Je kreeg geen inkomen als je niet werkte.
  • Er bestond nog geen bijstand of uitkering.

Slide 6 - Tekstslide

Werkomstandigheden in fabrieken
  • Lichamelijk zwaar werk.
  • Lange werkdagen.
  • Gevaarlijk -> regelmatig ongelukken.
  • Kinderarbeid.

Slide 7 - Tekstslide

Positieve gevolgen

  • Werknemers gingen zich verzetten tegen de slechte werkomstandigheden.
  • De eerste vakbonden werden opgericht.
Negatieve gevolgen

  • Slechte hygiëne;
  • Armoede;
  • Mensen woonden erg dicht op elkaar.
  • Fabrieksrook slecht voor gezondheid en milieu.

Slide 8 - Tekstslide

1886
  • Palingoproer;
  • Volksopstand.
  • Ontevredenheid onder volk en
sociale discriminatie.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Einde

Slide 12 - Tekstslide