In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Chocolade: Waar komt het vandaan?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je benoemen waar chocolade vandaan komt, toepassingen van chocolade benoemen, en de samenstelling van verschillende soorten chocolade benoemen
Slide 2 - Tekstslide
Leg aan de studenten uit wat ze zullen leren in deze les
Wat weet je al over chocolade?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Waar komt chocolade vandaan?
Chocolade komt oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Amerika, waar het door de Maya's en Azteken werd gebruikt in ceremonies en als betaalmiddel.
Slide 4 - Tekstslide
Vertel de studenten kort over de geschiedenis en oorsprong van chocolade
Hoe wordt chocolade gemaakt?
Chocolade wordt gemaakt van cacaobonen. Na het oogsten worden de bonen gefermenteerd, gedroogd, geroosterd, en gemalen tot een pasta. Deze pasta wordt gebruikt om chocolade te maken.
Slide 5 - Tekstslide
Leg het productieproces van chocolade uit aan de studenten
Soorten chocolade
Er zijn drie soorten chocolade: melkchocolade, pure chocolade, en witte chocolade. Melkchocolade bevat melkpoeder, pure chocolade bevat meer cacao, en witte chocolade bevat geen cacaopoeder maar wel cacaoboter.
Slide 6 - Tekstslide
Leg de verschillen tussen de soorten chocolade uit aan de studenten
Toepassingen van chocolade
Chocolade kan worden gebruikt in desserts, snoep, dranken, en zelfs in hartige gerechten. Het wordt ook gebruikt in cosmetica en parfums vanwege de geur en de verzachtende eigenschappen.
Slide 7 - Tekstslide
Laat de studenten voorbeelden geven van toepassingen van chocolade
Gezondheidseffecten
Chocolade bevat antioxidanten en kan bijdragen aan een gezond hart en een betere stemming. Maar het bevat ook veel suiker en vet, dus het moet met mate worden gegeten.
Slide 8 - Tekstslide
Leg de gezondheidseffecten van chocolade uit aan de studenten
Quiz
Test je kennis over chocolade met deze quiz!
Slide 9 - Tekstslide
Laat de studenten een korte quiz maken om te zien wat ze hebben geleerd
Bronnen
Bronnen: National Geographic, Smithsonian Magazine, Healthline
Slide 10 - Tekstslide
Deel de bronnen die je hebt gebruikt om deze les te maken met de studenten
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.