6 september

Wat doen we vandaag?
  • Welkom in 2019/2020!
  • Boeken en zo...
  • Terugblik toetsweek
  • Herhaling AcI
  • Taaloefening A en B
  • Lezen blz. 123 t/m 129 en maak de vragen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Welkom in 2019/2020!
  • Boeken en zo...
  • Terugblik toetsweek
  • Herhaling AcI
  • Taaloefening A en B
  • Lezen blz. 123 t/m 129 en maak de vragen

Slide 1 - Tekstslide

Boeken en zo...
  • Jullie hebben:
  • - tekstboek Minerva 1 (nu bijhebben)
  • - tekstboek Minerva 2 (later dit jaar)
  • - digitale leeromgeviing van Eisma Edumedia (Emma)
  • Een (aanteken)schrift...?

Slide 2 - Tekstslide

Toetsweek
  • Als je terugkijkt naar de toets...
  • Wat ging er goed?
  • Wat ging er minder goed?
  • Wat had je beter kunnen doen?

Slide 3 - Tekstslide

Accusativus cum Infinitivo
  • De AcI: wordt gebruikt voor de indirecte reden
  • De AcI zie je na werkwoorden van ‘zeggen’, ‘menen’, ‘weten’ en ‘waarnemen’, en na onpersoonlijke uitdrukkingen.
  • Let op de tijd van de infinitivus.
  • Pas op met twee accusativi: de ene is de subjectsaccusativus, de andere de objectsaccusativus. 
  • Let op: "se" slaat terug op het onderwerp van de hoofdzin.

Slide 4 - Tekstslide

AcI: voorbeeld
Agricolae dicunt hostes appropinquare.

Wat is de persoonsvorm?

Slide 5 - Tekstslide

AcI: voorbeeld
Agricolae dicunt hostes appropinquare.



Slide 6 - Tekstslide

AcI: voorbeeld
Agricolae dicunt hostes appropinquare.

Zoek de AcI:
Wat is de Accusativus?
Wat is de infinitivus?


Slide 7 - Tekstslide

AcI: voorbeeld
Agricolae dicunt hostes appropinquare.




Slide 8 - Tekstslide

AcI: voorbeeld
Agricolae dicunt hostes appropinquare.

Vertaal de zin.


Slide 9 - Tekstslide

AcI: voorbeeld
Agricolae dicunt hostes appropinquare.

De boeren zeggen, dat de vijanden naderen


Slide 10 - Tekstslide

AcI: voorbeeld 2
Dominus servum pecuniam habere clamat.

Wat is de persoonsvorm?

Slide 11 - Tekstslide

AcI: voorbeeld 2
Dominus servum pecuniam habere clamat.


Slide 12 - Tekstslide

AcI: voorbeeld 2
Dominus servum pecuniam habere clamat.

Zoek de AcI:
Wat is de Accusativus?
Wat is de infinitivus?

Slide 13 - Tekstslide

AcI: voorbeeld 2
Dominus servum pecuniam habere clamat.


Slide 14 - Tekstslide

AcI: voorbeeld 2
Dominus servum pecuniam habere clamat.

Maar deze accusativus dan?


Slide 15 - Tekstslide

AcI: voorbeeld 2
Dominus servum pecuniam habere clamat.

servum = subjectsaccusativus
pecuniam = objectsaccusativus


Slide 16 - Tekstslide

AcI: voorbeeld 2
Dominus servum pecuniam habere clamat.

Vertaal de zin. 


Slide 17 - Tekstslide

AcI: voorbeeld 2
Dominus servum pecuniam habere clamat.

De meester roept, dat de slaaf het geld heeft. 


Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk. 
  • Maak taaloefening A en B van 10A. 
 

Slide 19 - Tekstslide

Taaloefening A
  • 1. dicunt; A: hostes; I: appropinquare
  • De boeren zeggen dat de vijanden naderen.
  • 2. clamat; A: servum; I: habere
  • De heer roept dat de slaaf het geld heeft.
  • 3. narrant; A: filios suos; I: esse
  • Moeders vertellen altijd dat hun eigen zonen mooi zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Taaloefening A
  • 4. dicunt; A: hostes; I: interficere
  • De boden zeggen dat de vijanden de kinderen doden.
  • 5. ait; A: hostes; I: occidere
  • De jongen zegt / zei dat de vijanden de Romeinen in de oorlog doden / doodden.

Slide 21 - Tekstslide

Taaloefening B
  • 1. A: crudelitatem; I: fuisse
  • Het staat vast dat de wreedheid van de Romeinen groot was.
  • 2. A: crudelitatem; I: esse
  • Het staat vast dat de wreedheid van de Romeinen groot is.
  • 3. A: deos; I: mutavisse
  • Het gerucht gaat dat de goden vaak de gedaantes van mensen hebben veranderd.

Slide 22 - Tekstslide

Taaloefening B
  • 4. A: deos; I: mutare
  • Het gerucht gaat dat de goden vaak de gedaantes van mensen veranderen.
  • 5. A: deos; I: iuvare
  • Het Romeinse volk zegt dat de goden altijd Rome helpen.

Slide 23 - Tekstslide

Taaloefening B
  • 6. A: deos; I: iuvisse
  • Het Romeinse volk zegt dat de goden altijd Rome hebben geholpen.
  • 7. A: pueros; I: pugnavisse
  • De meisjes vertellen dat de jongens nooit met de vijanden hebben gevochten.

Slide 24 - Tekstslide

Taaloefening B
  • 8. A: pueros; I: pugnare
  • De meisjes vertellen dat de jongens nooit met de vijanden vechten.
  • 9. A: servos; I: fecisse
  • De heren zeggen dat de slaven offers hebben gebracht aan de goden.

Slide 25 - Tekstslide

Taaloefening B
  • A: servos; I: facere
  • De heren zeggen dat de slaven offers brengen aan de goden.

Slide 26 - Tekstslide

Aan het werk. 
Lezen blz. 123 t/m 129 en maak de vragen.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 28 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 29 - Open vraag