H10 - AcI

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

de infinitiefzin = AcI

AcI = Accusativus cum infinitivo

bijzin met de functie van onderwerp of lijdend voorwerp

onderwerp in de AcI staat in de accusatief

persoonsvorm in de AcI staat in de infinitief

AcI: voorbeelden

Agricolae dicunt                    amicos             appropinquare.

De boeren zeggen      DAT  de vrienden   naderen

de infinitief is hier praesens, dit drukt GELIJKTIJDIGHEID uit

               hoofdww is tegenwoordig, dus infinitief vertalen PRAE

AcI: voorbeelden

Agricolae dixerunt                 amicos             appropinquare.

De boeren zeiden      DAT    de vrienden   naderden

de infinitief is hier praesens, dit drukt GELIJKTIJDIGHEID uit

               hoofdww is verleden, dus infinitief vertalen PERF/IMP

AcI: voorbeelden

Agricolae dicunt                    amicos             appropinquavisse.

De boeren zeggen      DAT  de vrienden   genaderd zijn.

de infinitief is hier perfectum, dit drukt VOORTIJDIGHEID uit

               hoofdww is tegenwoordig, dus infinitief vertalen PERF/IMP

AcI: voorbeelden

Agricolae dixerunt                    amicos             appropinquavisse.

De boeren zeiden           DAT  de vrienden   genaderd waren.

de infinitief is hier perfectum, dit drukt VOORTIJDIGHEID uit

               hoofdww is tegenwoordig, dus infinitief vertalen PQPF

PLUSQUAM-PERFECTUM

                        PRAESENS

      

            IMPERFECTUM

         

    PERFECTUM

         

voor de volgende opdracht

audio= horen

Dido= een naam

regina= koningin

Audio Didonem reginam esse.
Welke infinitief heb je in de AcI?

1. praesens
2. perfectum

Audio Didonem reginam esse.
Hoe moet de je infinitief vertalen?

1. PRAE
2. IMP
3. PERF
4. PQPF

Audiveram Didonem reginam esse.
Hoe vertaal je de infinitief?

1. PRAE
2. IMP
3. PERF
4. PQPF

Audivi Didonem reginam fuisse.
Hoe vertaal je de infinitief?

1. PRAE
2. IMP
3. PERF
4. PQPF

Opmerkingen

Let op de derde persoon in de AcI:

- onderwerp HZ en ACI zijn gelijk: se 

- onderwerp HZ en AcI zijn verschillend: een vorm van is, ea, id

derde persoon

Mater dicit se venire.           Moeder zegt dat zij (zelf) komt.

Mater dicit eam venire.      ... zij (iemand anders) ...

Pater dicit se venire.             Vader zegt dat hij (zelf) komt.

Matres dicunt se venire.   

De moeders zeggen dat zij (zelf) komen.

Matres dicunt eas venire.

De moeders zeggen dat zij (andere mensen) komen.

voor de volgende opdracht

pater= vader

video= zien

puer= jongen

pugnare= vechten

Pater vidit pueros pugnare.
Kies de juiste vertaling voor hoofdwerkwoord en infinitief

1. ziet vechten
2. ziet vochten
3. zag vechten
4. zag vochten

Pater dicit pueros pugnavisse.
Kies de juiste vertaling voor hoofdwerkwoord en infinitief

1. zegt vechten
2. zegt vochten
3. zei gevochten hadden
4. zegt gevochten hebben

Pater dixit pueros pugnavisse.
Kies de juiste vertaling voor hoofdwerkwoord en infinitief

1. zei vechten
2. zegt gevochten hadden
3. zei gevochten hadden
4. zegt gevochten hebben

Pater videt pueros pugnare.
Kies de juiste vertaling voor hoofdwerkwoord en infinitief

1. ziet vechten
2. ziet vochten
3. zag vechten
4. zag vochten