Les 3 - Brood en banket

Brood en banket - les 3
Les 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Brood en banket - les 3
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1 - 15/01: Inleiding + grond- en hulpstoffen brood
Week 2 - 22/01: Grond- en hulpstoffen van brood
Week 3 - 29/01: korte terugblik op de vorige les, start productieproces brood
Week 4 - 05/02: Productieproces brood
Week 5 - 12/02: Inleiding banket + grond- en hulpstoffen banket
Week 6 - 26/02: Grond- en hulpstoffen banket + bakproces    
Week 7 - 04/03: Uitloop en herhaling
Week 20 - 11/03: Toets

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BROOD

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Jij:

  • Kent de functie van de verschillende grond- en hulpstoffen;
  • Kan voorspellen wat het effect is van het vervangen of weghalen van grond- en hulpstoffen op het eindproduct.
  • Kunt het productieproces van brood weergeven in een stroomschema
  • Kunt aangeven welke veranderingen tijdens de deegbereiding plaatsvinden in het deeg

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van Gist?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van water?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op... 
... wat broodverbeteraars zijn
... wat het verbetert
... wat de samenstelling is

Huiswerk voor volgende week!

Slide 7 - Tekstslide

Een broodverbeteraar is een stof, of combinatie van stoffen, die tot doel heeft om het bakresultaat van het brood te verbeteren.

Het gebruik van een broodverbeteraar kan verschillende doelen dienen:
  • versterking van gluten waardoor het brood meer volume krijgt 
  • extra suikers voor de gist en mooiere korstkleur
  • extra enzymen voor het beter rijzen van het deeg
  • een knapperige korst of juist een zachte korst
  • de smaak van het brood versterken (hoog % vet bijv.)
  • zorgen voor een malser kruim
  • verlengen bewaarduur van het brood (hoog % vet bijv.)
Witbrood gemaakt van 500 gram albert heijn tarwebloem, zonder broodverbeteraar
Witbrood gemaakt van dezelfde 500 gram tarwebloem van AH maar nu met 2,5 gram enzymmix toegevoegd

Slide 8 - Tekstslide

Enzymen zijn enkel werkzaam voordat het deeg heet wordt in de oven, enzymen zijn eiwitten, verliezen dan hun functie door structuurverandering.

Enzymen zorgen onder andere voor:
  • Afbraak van zetmeel in maltose en vervolgens glucose (waardoor gisten makkelijker werkzaam zijn)
  • Afbraak van sacharose in glucose en fructose (gisten beter werkzaam)
Hierdoor volume toename
Ascorbinezuur (vitamine C)
Meest gebruikte broodverbeteraar

  • Versterkt de gluten
  • Maakt het gashoudend vermogen van deeg groter

Slide 9 - Tekstslide

De werking is te ingewikkeld om nu uit te leggen, de info in de slide is voldoende
Broodverbeterstoffen zijn los te koop:
  • suiker, honing, stroop, maltodextrine, druivensuiker;
  • vet of olie;
  • emulgator;
  • glutenpoeder;
  • melkpoeder;
  • moutmeel gemaakt van tarwe/rogge/gerst;
  • diastatisch moutmeel;
  • ascorbinezuur;
  • acerola poeder / acerola-kers concentraat.
Broodverbeteraar kan je ook zelf maken door bovenstaande stoffen te combineren.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT

Schrijf kort voor jezelf op hoe het productieproces van brood verloopt!
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Tijdens het practicum hebben sommige al brood gemaakt, schrijf kort voor jezelf op hoe het verloopt.

Daarna filmpje (volgende slide) kijken en kijken of het overeen komt met je gedachten.

Vervolgens algemene methode (daaropvolgende slide) bekijken

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Productieproces bereiding brooddeeg

  1. Grondstoffen mengen
  2. Deeg kneden
  3. Deeg afwegen
  4. 1e rijs
  5. Opbollen
  6. 2e rijs
  7. Bakken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kneden
Tijdens het kneden worden de gluten uitgerold zodat ze een verbinding met elkaar aan gaan, er ontstaat een glutennetwerk.

Slide 15 - Tekstslide

Drie fasen:
1. Tijdens het kneden worden grondstoffen gemengd = in de kruim draaien.
  • Ingrediënten worden gemengd en nemen vocht op
  • Gluteneiwitten nemen vocht op --> ze zwellen
2. Na het mengen start de ontwikkeling van het deeg
  • Er komt geleidelijk meer samenhang in het deeg
  • Deeg krijgt elastische eigenschappen en een droger aanzien
  • Glutenketens (eiwitketens) worden ontrold, er ontstaan nieuwe verbindingen (zie afbeelding, grote rondjes is zetmeel, opgerolde  en uitgerolde touwtjes = gluten)
  • Zetmeelkorrels worden opgesloten in het glutennetwerk 
3. Tenslotte wordt er lucht ingeslagen.
  • Het deeg wordt meer elastisch en stevig; het krijgt een zijdeachtig aanzien (zie volgende slide)
Tijdens het kneden stijgt de deegtemperatuur tot ca. 27 graden Celsius.

Te lang kneden leidt tot overkneden --> deeg moeilijker te verwerken.
Bij het uitrekken van een stukje
deeg wordt een vliesachtige 
structuur zichtbaar. 
Deeg heeft een structuur.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen kort 
en lang kneden.

Slide 17 - Tekstslide

Te kort kneden zorgt ervoor dat je glutennetwerk niet goed is ontwikkeld, waardoor er geen lucht kan worden opgeslagen.
Leerdoelen

Jij:

  • Kent de functie van de verschillende grond- en hulpstoffen;
  • Kan voorspellen wat het effect is van het vervangen of weghalen van grond- en hulpstoffen op het eindproduct.
  • Kunt het productieproces van brood weergeven in een stroomschema
  • Kunt aangeven welke veranderingen tijdens de deegbereiding plaatsvinden in het deeg

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies