2H: week 15- les 1

Chapitre 6
Bon ap'!

2 HAVO
week 15
les 1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 6
Bon ap'!

2 HAVO
week 15
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Neem voor je.........
- Je telefoon
- Je werk- en tekstboek
- Je agenda

Ga naar lessonup.app
en voer de pincode in

Slide 2 - Tekstslide

Le programme
- Overhoren voca A
- Bron A
- Maken A4 t/m A7

Slide 3 - Tekstslide

la carotte
le sel
marron
dégoûtant(e)

Slide 4 - Sleepvraag

Overhoring voca A

Slide 5 - Tekstslide

Vertaal: de keuken

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord hoort niet thuis in dit rijtje?
A
cet après-midi
B
ce soir
C
à demain
D
ce matin

Slide 8 - Quizvraag

Bron A
Neem blz 78 van het TB voor je en blz 52 van het WB

Lees de titel en de inleiding:

1. Wat betekent de titel van bron A?
2. Naar wie gaan Louise en Romain toe vanavond?
3. Waarom gaan ze daarheen?
4. Kijk naar de plaatjes: lukt het gerecht dat ze maken, denk je?

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht A4 b, c, d, e
Luister naar het fragment en beantwoord in je boek de vragen van bovenstaande oefening:

We gaan 2x luisteren:
1ste keer: oef b, c, d

2de  keer: oef e, f

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken oef. A4
Exercice 4b
A, D & E
Exercice 4c
1 vaak
2 niet lekker
3 kleuren
4 vijf






Exercice 4e
1 Romain
2 Louise
3 Romain
4 Louise
5 Romain




Exercice 4f
1 vrai
2 vrai
3 faux
4 vrai
5 vrai
6 faux

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig maken: A6 +A7
Maak opdracht 6a+b en opdracht 7a


timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Exercice 6a
1 C
2 F
3 B
4 A
5 E
6 D

Exercice 6b
1 un plat           4 carottes
2 ai besoin       5 sel
3 cuisiner



Exercice 7a
Tu aimes cuisiner?   Moi, j'adore ça!
Ce n'est pas mon truc, la cuisine.
Oui, je cuisine souvent.
Je vais préparer des macarons. Tu connais ces gâteaux?  Oui, ce sont des petits gâteaux de toutes les couleurs.
Tu aimes le gâteau aux carottes? 
 Moi? j'adore ça!
Non, je déteste les carottes.
Tu viens cet après-midi à deux heures?
 Oui, à cet après-midi!


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide