6. Versnelling en vertraging deel 1 SCHN

Klas 2 H/V
6. Versnelling en 
     vertraging deel 1
 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klas 2 H/V
6. Versnelling en 
     vertraging deel 1
 

Slide 1 - Tekstslide

Eenparige (constante) beweging

Slide 2 - Tekstslide

Eenheden

Slide 3 - Tekstslide

Eenparige vertraagde beweging

Slide 4 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Versnelling

Slide 7 - Tekstslide

Formule versnelling

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Versnelling - Oefenvraag
Een auto heeft eerst een snelheid van 15 m/s. Hierna heeft de auto een snelheid van 23 m/s. Deze versnelling vindt plaats in 13 seconden.
Bereken de versnelling.

Slide 11 - Tekstslide

Versnelling - Oefenvraag
Een auto heeft eerst een snelheid van 15 m/s. Hierna heeft de auto een snelheid van 23 m/s. Deze versnelling vindt plaats in 13 seconden.
Bereken de versnelling.
formule:

a=ΔtΔv
gegevens:
v(begin) = 15 m/s
v(eind) = 23 m/s
t = 13 s
berekening:
∆v = 23 - 15 = 8 m/s
                                             
a=ΔtΔv=138=0,62
m/s2
resultaat:
a = 0,62 m/s2

Slide 12 - Tekstslide

Versnelling - Oefenvraag
Een fiets heeft een versnelling van 0,1 m/s2. Eerst rijdt de fietser met 7 km/h. 
Wat is zijn snelheid 5 seconden later?

Slide 13 - Tekstslide

Versnelling - Oefenvraag
Een fiets heeft een versnelling van 0,1 m/s2. Eerst rijdt de fietser met 7,2 km/h.
Wat is zijn snelheid (in km/h) 5 seconden later?
formule:

Δv=aΔt
gegevens:
a = 0,1 m/s2
v(begin) = 7,2 km/h = 2 m/s
∆t = 12 s
berekening:

v(eind) = 2 + 1,2 = 3,2 m/s
v(eind) = 3,2 m/s = 11,52 km/h
resultaat:
v(eind) = 11,52 km/h
v(eind)=v(begin)+Δv
Δv=aΔt=0,112=
1,2 m/s

Slide 14 - Tekstslide

Pak je rekenmachine 
en een blaadje + pen

Slide 15 - Tekstslide


A
ΔV = 240 m/s
B
ΔV = 1,6 m/s
C
ΔV = 8 m/s
D
ΔV = -8 m/s

Slide 16 - Quizvraag


A
ΔV = 15 m/s
B
ΔV = 1,67 m/s
C
ΔV = 0,6 m/s
D
ΔV = 8 m/s

Slide 17 - Quizvraag


A
a = 32 m/s2
B
a = 2 m/s2
C
a = -2 m/s2
D
a = 3 m/s2

Slide 18 - Quizvraag


A
Δt = 50 s
B
Δt = 2 s
C
Δt = 2,5 s
D
Δt = 200 s

Slide 19 - Quizvraag


A
Ve = 3 m/s
B
Ve = 27 m/s
C
Ve = 10 m/s
D
Ve = 4 m/s

Slide 20 - Quizvraag


A
ΔV = 24 m/s
B
ΔV = 10 m/s
C
ΔV = 1,5 m/s
D
ΔV = 2 m/s

Slide 21 - Quizvraag


A
ΔV = 10 m/s
B
ΔV = 40 m/s
C
ΔV = -10 m/s
D
ΔV = -40 m/s

Slide 22 - Quizvraag


A
Vb = 74 m/s
B
Vb = 300 m/s
C
Vb = 26 m/s
D
Vb = 24 m/s

Slide 23 - Quizvraag


A
a = -150 m/s2
B
a = -6 m/s2
C
a = 150 m/s2
D
a = 6 m/s2

Slide 24 - Quizvraag


A
ΔV = 24 m/s
B
ΔV = 16 m/s
C
ΔV = -16 m/s
D
ΔV = 5 m/s

Slide 25 - Quizvraag


A
a = 32 m/s2
B
a = 24 m/s2
C
a = 16 m/s2
D
a = 8 m/s2

Slide 26 - Quizvraag


A
ΔV = 30 m/s
B
ΔV = -30 m/s
C
ΔV = 0 m/s
D
ΔV = 300 m/s

Slide 27 - Quizvraag


A
a = -20 m/s2
B
a = 20 m/s2
C
a = -5 m/s2
D
a = 5 m/s2

Slide 28 - Quizvraag


A
a = -150 m/s2
B
a = -6 m/s2
C
a = 150 m/s2
D
a = 6 m/s2

Slide 29 - Quizvraag

Voordat je begint- NAKIJKEN!
Kijk je antwoorden van de vorige LessonUps na.
Dit gaat om les 2 en 4 de antwoorden zijn nu verschenen op dia's achter de opgaven

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 1

Slide 31 - Tekstslide

Beantwoord hier opdracht 1, schrijf in je schrift en maak een foto

Slide 32 - Open vraag

Uitwerking opdracht 1

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 2

Slide 34 - Tekstslide

Beantwoord hier opdracht 2, schrijf in je schrift en maak een foto

Slide 35 - Open vraag

Uitwerking opdracht 2

Slide 36 - Tekstslide