In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
-pak je spullen: rekenmachine en chromebook
-mobiel weg -kauwgum uitspugen
-rechtop zitten
Slide 1 - Tekstslide
Wetenschappelijke notatie
Lesdoel
Ik weet wat de wetenschappelijke notatie is
Ik kan een groot getal in de wetenschappelijke notatie zetten
Slide 2 - Tekstslide
Eenheden van informatie
Pas Toen Gerda Mijn Koekjes Bracht
Slide 3 - Tekstslide
Chromebook
Pak 'm er maar weer bij
Slide 4 - Tekstslide
Hoe schrijf je één miljard in cijfers?
A
1.000.000
B
1.000.000.000.000
C
1.000.000.000
D
1.000.000
Slide 5 - Quizvraag
2.244.636.801.499 moet je schrijven als ....
A
2,3 miljard
B
2,2 miljard
C
2,2 biljoen
D
2 biljoen
Slide 6 - Quizvraag
Nederland heeft ongeveer 17 miljoen inwoners. Dat is ....
A
17.000
B
17.000.000
C
170.000.000
D
17.000.000.000
Slide 7 - Quizvraag
Je wilt een telefoon kopen en geld speelt geen rol. De vormgeving en alle specificaties zijn naar je wens er is alleen een verschil in de opslagruimte. Welke telefoon zou je dan kiezen? A, B, C of D?
A
0,5 TB
B
1000 MB
C
600 GB
D
Sorry hoor, het begint mij nu te duizelen
Slide 8 - Quizvraag
Chromebook
Quiz gaat straks verder.
Doe je chromebook nog niet weg.
Sluit het LessonUp scherm nog niet.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld 1 Doe het zelf!!
Wat betekent dit?
De KOMMA schuift 12 plaatsen!
Slide 10 - Tekstslide
Wetenschappelijke notatie
honderd = 100 = 10 x 10 = 2 nullen
duizend = 1.000 = 10 x 10 x 10 = 3 nullen
tienduizend = 10.000 = 4 nullen
honderdduizend = 100.000 = 5 nullen
miljoen = 1.000.000 = 6 nullen
miljard = 1.000.000.000 = 9 nullen
102
103
104
105
106
109
Zie je de overeenkomst tussen exponent(macht) en aantal nullen?
Slide 11 - Tekstslide
Wetenschappelijke notatie
2 x = 2 x 1.000 = 2.000
1,4 x = 1,4 x 10.000 = 14.000
7,2 x = 7,2 x 1.000.000 = 7.200.000
De notatie zie je vaak op je rekenmachine bij grote uitkomsten