Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HAVO 3 par 6.3 wie heeft er profijt van?
Paragraaf 6.3
Wie heeft er profijt van
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Paragraaf 6.3
Wie heeft er profijt van
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
wat is individueel belang en wat is collectief belang
wat is de collectieve sector en wat de particuliere sector
wat houdt een extern effect in
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
wat is individueel belang en wat is collectief belang
Slide 3 - Tekstslide
Belangen
Een collectief belang
= een beslissing waar iedereen een voordeel bij heeft. Dit is hetzelfde als het algemeen belang.
Een individueel belang
= een beslissing waar alleen jij een voordeel bij hebt.
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoel
wat is de collectieve sector
Slide 5 - Tekstslide
Collectieve sector
Slide 6 - Tekstslide
Collectieve sector
Alle goederen en diensten die
de collectieve sector
levert zijn voor iedereen bestemd.
De collectieve sector streeft
niet naar winst
.
Bijvoorbeeld: Ziekenhuizen, politie, scholen.
Slide 7 - Tekstslide
Particuliere sector
De particuliere sector bestaat uit bedrijven en burgers.
Bedrijven in de particuliere sector
streven naar winst
.
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoel
wat houdt een extern effect in
Slide 9 - Tekstslide
Externe effecten
Extern effect:
effect als gevolg van productie en consumptie
Dit zit niet bij de prijs inbegrepen.
Negatieve externe effecten &
positieve externe effecten
Slide 10 - Tekstslide
Positieve externe effecten
Onderwijs heeft
positieve externe effecten
, d.w.z. de hele maatschappij profiteert. Dit noemt men maatschappelijke opbrengsten.
Deze bestaan bijvoorbeeld uit: meer technologische vooruitgang, minder criminaliteit, etc.
Slide 11 - Tekstslide
Negatieve externe effecten
Gevolgen voor anderen (
externen
) die niet in de verkoopprijs meegerekend zijn, noemen we externe effecten.
Denk aan de overlast (herrie, vervuiling) van vliegverkeer:
de passagiers betalen alleen voor de vlucht zelf (gebruik vliegtuig, kerosine, personeel, enz) en dus
NIET
voor deze negatieve externe effecten
Slide 12 - Tekstslide
Samenvatting
wat is individueel belang en wat is collectief belang
wat is de collectieve sector
wat houdt een extern effect in
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
Lees paragraaf 6.3 goed door!
Maak de vragen 17, 18, 20, 22, 23 en 24
Maak de vragen in deze Lesson Up
Slide 14 - Tekstslide
Oefenen
Maak de oefenvragen in deze les
Pak je boek erbij als je iets niet weet
Slide 15 - Tekstslide
Wie betaalt mee aan de collectieve sector?
A
niet betlastingbetalers
B
Belastingbetalers
Slide 16 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de inkomsten uit de collectieve sector?
A
Belasting
B
Niet belasting ontvangsten
C
premie sociale verzekering
D
Netto loon
Slide 17 - Quizvraag
Is een supermarkt een onderdeel van de collectieve sector?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Dijken horen bij de collectieve sector
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de collectieve sector?
A
de 1e en de 2e kamer
B
de overheid en de ZBO's
C
het rijk, de provincies en de gemeentes
D
de overheid en de BSO's
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het tegenovergestelde van de collectieve sector?
A
Gezamenlijke sector
B
Algemene sector
C
Particuliere sector
D
Winstgevende sector
Slide 21 - Quizvraag
in welke sector zitten de leraren?
A
de publieke sector
B
de collectieve sector
C
geen bepaalde sector
D
de particuliere sector
Slide 22 - Quizvraag
Wat is GEEN gevolg van externe effecten?
A
Prijs verandert
B
Maatschappelijke kosten stijgen
C
Negatieve invloed op milieu
Slide 23 - Quizvraag
Externe effecten zijn altijd negatief
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van een extern effect?
A
Rommel na het concert in de ZiggoDome
B
Bouw van een nieuw stadsplein
C
Rommel na een wedstrijd van FCT buiten het stadion
D
Uitstoot van de fabriek van Tata-steel
Slide 25 - Quizvraag
Wat zijn externe effecten?
A
Gevolgen van de producten van goederen
B
Gevolgen voor het milieu door het produceren van producten
C
Gevolgen voor het milieu door productie van producten maar geen gevolg voor de prijs van dit product
D
Geen van de alle goed
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Par 6.3 wie heeft er profijt van?
Maart 2022
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H6.3_Wie heeft er profijt van?
April 2023
- Les met
35 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Paragraaf 6.3
Maart 2021
- Les met
10 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
pragraaf 6.3, wie heeft er profijt van
Februari 2021
- Les met
27 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Economie H6 par. 3 Wie heeft er profijt van? HSX
Mei 2024
- Les met
17 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
pragraaf 6.3, wie heeft er profijt van
Februari 2024
- Les met
20 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
pragraaf 6.3, wie heeft er profijt van
April 2024
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
pragraaf 6.3, wie heeft er profijt van
Februari 2021
- Les met
24 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3