* Vaak hoef je alleen maar -en achter het woord te zetten.
stoel - stoelen, bord - borden, ruit - ruiten
* Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen
tas - tassen, vis - vissen, kruk - krukken
* Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen
steen - stenen, baan - banen, muur - muren