les 26/3: spelling leestekens + leenwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Aan het eind van deze week:

- weet je wat je hebt geleerd in jaar 1 bij spelling;

- weet je hoe je leestekens op de juiste manier gebruikt;

- weet je hoe je leenwoorden op de juiste manier moet spellen;

- wat de volgende stappen zijn bij het maken van de zakelijke brief.

Eerst leer je over Engelse leenwoorden, daarna gaan we de stof van vorige week (leestekens) herhalen!

Engelse leenwoorden

Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord:

• eyecatcher, multiplechoicevraag.

Als het rechter deel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken:

• back-up, stand-by.
  

Sommige combinaties worden gezien als een woordgroep. Dan schrijf je de delen los: 

• compact disc, first lady.
  

Franse leenwoorden

Veel Franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accenttekens

• compote, hotel, ragout.
  

Er staan accenten op de e als het nodig voor de uitspraak: 

• Soms schrijf je een accent aigu, zoals bij paté.
  
• Soms schrijf je een accent grave, zoals bij crème.
  
• Soms schrijf je accent circonflexe, zoals bij crêpe.
  

Open je boek op blz. 250

Lees de theorie over de leestekens goed door!

Hier gaan we zo vragen over maken. 

Leg met behulp van de theorie uit waarom het leesteken tussen haakjes goed gebruikt is.

Als je de stof begrijpt (,) zal het zeker lukken (.)

Leg met behulp van de theorie uit waarom het leesteken tussen haakjes goed gebruikt is.

Leg met behulp van de theorie uit waarom het leesteken tussen haakjes goed gebruikt is.

Jozua bracht de lege flessen naar de glasbak (,) omdat zijn moeder het vriendelijk vroeg.

Leg met behulp van de theorie uit waarom het leesteken tussen haakjes goed gebruikt is.

De goudvissen dreven dood in de kom (:) ze hadden al dagen geen voer gehad.

Leg met behulp van de theorie uit waarom het leesteken tussen haakjes goed gebruikt is.

De concertkaartjes waren populair (:) er stonden lange rijen voor de kassa.

Weet je nu:

- wat je vorig jaar hebt geleerd bij spelling? 

- hoe je leestekens op de juiste manier gebruikt? 

- hoe je leenwoorden op de juiste manier spelt? 

- hoe je verder moet met de zakelijke brief? 

Huiswerk

Spelling § 2 Leestekens

• opdracht 1 + 2 + 3  + 4

Spelling § 3 Leenwoorden

• opdracht 2 + 4 + 5