In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Check §8.4 en §8.5
periodieke verbanden en machtsverbanden
Slide 1 - Tekstslide
Eelco heeft een bedrag van 800 euro op zijn spaarrekening staan tegen een vaste rente per jaar van 3%. Met welke formule kun je het bedrag B berekenen wat Eelco na t jaren op zijn spaarrekening heeft staan?
A
B=800⋅3t
B
B=1,03⋅t+800
C
B=800⋅1,03t
D
B=800⋅0,03t
Slide 2 - Quizvraag
Welk bedrag staat er na 4 jaar op de bankrekening van Eelco? (Bedrag invoeren zonder euroteken en geldbedragen afronden op 2 decimalen!)
Bedrag=800⋅1,03t
Slide 3 - Open vraag
Uitleg
B = b x gt = 800 x 1,03t
Vraag : wat is het bedrag na 4 jaar, dus t = 4
B = 800 x 1,03t =
800⋅1,034=900,41
Slide 4 - Tekstslide
Welke formule hoort bij de gegevens in de tabel hiernaast?
Let op: wat is de beginwaarde?
A
y=540⋅0,85t
B
y=635⋅0,85t
C
y=540⋅1,18t
D
y=635⋅1,18t
Slide 5 - Quizvraag
459390=0,849...
390332=0,851...
b=0,85540=635,294...
540459=0,851..
Welke formule hoort bij de gegevens in de tabel hiernaast?
De groeifactor g vind je door de hoeveelheid te delen door de hoeveelheid van één tijdstap eerder:
De beginwaarde b vind je altijd onder t = 0. Die staat niet in de tabel, maar is wel te bepalen. Om die te vinden moet je de hoeveelheid onder t = 1 delen door de groeifactor. De hoeveelheid onder t = 0 geeft vermenigvuldigd met de groeifactor namelijk de hoeveelheid bij t = 1!
y=635⋅0,85t
dus
dus groeifactor g = 0,85
Slide 6 - Tekstslide
Periodieke beweging:
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de periode van deze periodieke beweging ? Zie ook voorgaande dia.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Periodieke beweging:
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de evenwichtsstand van deze periodieke beweging?
A
0,5
B
2
C
3
D
5,5
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Periodieke beweging:
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de amplitude van deze periodieke beweging?
A
2
B
2,5
C
4
D
5
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Heeft de grafiek van f(x) de y-as als symmetrieas of de oorsprong als punt van symmetrie
f(x)=4x5
Slide 16 - Open vraag
Heeft een machtsfunctie met een even exponent een symmetrieas of een punt van symmetrie?