Thema 4, week 2 Les 7 ZINSDELEN

Wat is de persoonsvorm?
De politie reed naar de school.
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Wat is de persoonsvorm?
De politie reed naar de school.

Slide 1 - Open vraag


Hoe kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Een jongen moest mee naar het bureau.

Slide 3 - Open vraag

lesdoel

Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide


De kinderen   /   krijgen / op vrijdagavond / een ijsje.

Slide 7 - Tekstslide

De jongen was g.
Juf doet het voor
Zoek eerst de persoonsvorm!

Slide 8 - Tekstslide

Lucas heeft een tekening gemaakt
Wat zijn de 4 zinsdelen?


Samen!
1.
2.
3.
4.

Slide 9 - Tekstslide

Rob koopt een fiets.
Wat zijn de 3 zinsdelen?


Jullie!
1.
2.
3.

Slide 10 - Tekstslide

Morgen gaat Lia op vakantie
Wat zijn de 4 zinsdelen?


Nu jij!
1.
2.
3.
4.

Slide 11 - Tekstslide

In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
B
C

Slide 12 - Quizvraag

In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
Ik / ga / op vakantie.
B
Ik ga / op vakantie.
C
Ik / ga / op / vakantie.

Slide 13 - Quizvraag

In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
Mees eet / chocola.
B
Mees / eet chocola.
C
Mees / eet / chocola.

Slide 14 - Quizvraag

In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
De vrouw / lacht naar / het meisje.
B
De/vrouw lacht/naar het meisje.
C
De vrouw / lacht / maar het meisje.

Slide 15 - Quizvraag

aan het werk
TAAL
 Thema 4, week 4
Les 19
Opgave 3
Opgave 2

Slide 16 - Tekstslide