Week 45: les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom!

• Telefoon in de telefoontas.
• Ga rustig op je plek zitten.
• Leg je werkspullen op tafel.
• Leg je boek op tafel.

Wat gaan we vandaag doen?

• Bijkletsen (5 minuten)
• Lezen (10 minuten)
• Woord van de dag (10 minuten)
• Uitleg Les 26 (10 minuten)
• Zelfstandig aan de slag  (10 minuten)

10 minuten lezen!

Leerdoel

Je leert wanneer je woorden aan elkaar of los schrijft en wanneer je een tussenklank of koppelteken gebruikt.

Les 26: samenstellingen

1. Je schrijft twee of meer woorden aan elkaar als het om één persoon, dier of ding gaat.
2. Meestal kun je twee woorden gewoon aan elkaar plakken, maar soms komt er een tussenklank bij: -n, -s of -er.
   
3. Sommige samenstellingen schrijf je met een streepje of koppelteken.

Samenstellingen

Voorbeelden: 

• Plattegrond
• Dwergkonijn
• Profvoetballer
• Rodehond

Tussenklank

Tussen -n: wanneer het eerste deel van het woord een zelfstandig naamwoord is én in het meervoud eindigt op -en:

• Kat (ev)
• Katten (mv)
• Dus: Kattenkop

Tussenklank

Tussen -s: Je schrijft een tussen -s als je een s hoort:

• arbeidsmarkt
• reinigingsmiddel
• onderwijsinstelling
  

Tussenklank

Tussen -er: Dit schrijf je als het woord in het meervoud eindigt op -eren:

• Kindertrui
• Eierdopje
• Rundergehakt

Koppelteken

Je schrijft een koppelteken bij aardrijkskundige namen:

• West-Friesland
• Noord-Amerikaans

Koppelteken

Je schrijft een koppelteken als de klinkers 'botsen':

• Zo-even
• Astma-aanval

Zelfstandig aan de slag!

• Maak opdracht 1 t/m 12 en opdracht 15.
• Boek: blz. 56
• Huiswerk voor volgende week dinsdag!