WOORDENSCHAT OEFENEN E7

• Woordenschat
• Basisschool
• Groep 7

Wat is een kliniek?

1. een manege
2. een sportcentrum
3. een theater
4. een ziekenhuis

Wat betekent het onderstreepte woord?

Beethoven is heel goed in componeren.

1. bevelen geven
2. muziek schrijven
3. kritiek hebben
4. snelwandelen

De tandarts heeft een gaatje geconstateerd.

Wat betekent constateren?

1. behandelen
2. onderzoeken
3. vaststellen
4. maken

Welk woord moet op de streep staan?

De man wil tot rust komen. Hij gaat daarom ......

1. chanteren
2. mediteren
3. inspecteren
4. observeren

Welk woord moet op de streep staan?

Mijn spullen worden bewaard in een open rek.

Ik heb deze ......... zelf gebouwd.

1. stellage
2. etalage
3. collage
4. garage

Op de foto zie je een:

1. etalage
2. stellage
3. montage
4. collage

Wat is dit meisje aan het doen om tot rust te komen?

1. chanteren
2. inspecteren
3. mediteren
4. flamberen

Welk woord past bij deze foto?

1. bibliotheek
2. catalogus
3. rapport
4. uitgeverij

Wij staan quitte?

Wat betekent dit woord?

1. elkaar niets kwalijk nemen
2. elkaar iets kwalijk nemen
3. elkaar niets schuldig zijn
4. elkaar iets schuldig zijn.

'volledig'
Hij maakte zijn werk volledig af.

1. Helemaal
2. Klaar
3. Afgerond
4. Goed

'smachten naar'
Mijn ouders smachten naar rust in het huis.

1. Eisen naar
2. Verlangen naar
3. Vragen om
4. Willen naar

''Failliet'
Het bedrijf V&D is in 2015 failliet gegaan.

1. Als een bedrijf zijn schulden niet meer kan betalen.
2. Een bedrijf dat wordt opgestart.
3. Als een bedrijf gaat samenwerken met een ander bedrijf.
4. Een bedrijf dat meerdere winkels opent.

'Intens'
Ik heb intens van mijn weekend genoten.

1. Intensief
2. Een beetje
3. Helemaal niet
4. Heel erg

'Vermaard'
De zangeres is vermaard door haar nieuwste liedje 'Vroom'.

1. Verbaasd
2. Vernederd
3. Beroemd
4. Gelukkig

Welk woord is juist

gespeld?

Zij verstuurde de ... gisteravond nog.

1. e'mail
2. e mail
3. email
4. e-mail

Mijn zus vergat haar ... in de auto.

1. portomonee
2. portemonnee
3. portomonnee
4. portemonee

Op zondag houd ik mijn .... tot 11 uur aan.

1. pjama
2. pyama
3. pyjama
4. pjyama

De klas moet zich gaan ... voor de Cito.

1. foccussen
2. focussen
3. foccussen
4. focusen

De ... is volgens mij kapot, er staat dat het 30°C is in huis.

1. thermomether
2. thermometer
3. termometer
4. termomether

Welke werkwoordsvorm 

is juist?

Hij ......... dit maar een erg saaie quiz.

1. vind
2. vondt
3. vindt
4. vont

Hij heeft hard ..... toen hij ontvoert werd.

1. geschreeuwtd
2. geschreeuwdt
3. geschreeuwd
4. geschreeuwt

De leerling ..... gisteren naar school, want de zon scheen.

1. liep
2. lopen
3. loopt
4. liepen

De kat .... vorige week mijn hand kapot

1. krabte
2. krabt
3. krabde
4. krabt

Over 5 minuten ..... ik naar de voetbalclub.

1. Fietsde
2. Fietste
3. Fietst
4. Fiets

WIJ GAAN NOG EEN QUIZ SPELEN

https: