Hoe werken executieve functies?

Hoe werken executieve functies?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe werken executieve functies?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de verschillende executieve functies uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waarom het belangrijk is om deze te begrijpen.
Wat weet je al over executieve functies?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn executieve functies?
Executieve functies zijn processen in de hersenen die ons helpen om taken te plannen, organiseren en uitvoeren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat executieve functies zijn en waarom ze belangrijk zijn voor het dagelijks functioneren.
Werkgeheugen
Werkgeheugen is het vermogen om informatie tijdelijk vast te houden en te manipuleren.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat werkgeheugen is en geef een voorbeeld van hoe het in het dagelijks leven kan worden toegepast.
De verschillende executieve functies
Er zijn verschillende executieve functies, zoals inhibitie, werkgeheugen en flexibiliteit.

Slide 6 - Tekstslide

Noem de verschillende executieve functies en leg kort uit wat ze betekenen.
Inhibitie
Inhibitie is het vermogen om impulsen te onderdrukken die ons kunnen afleiden van onze doelen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat inhibitie is en geef een voorbeeld van hoe het in het dagelijks leven kan worden toegepast.
Flexibiliteit
Flexibiliteit is het vermogen om van strategie te veranderen als de omstandigheden veranderen.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat flexibiliteit is en geef een voorbeeld van hoe het in het dagelijks leven kan worden toegepast.
Planning
Planning is het vermogen om doelen te stellen en een plan te maken om ze te bereiken.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat planning is en geef een voorbeeld van hoe het in het dagelijks leven kan worden toegepast.
Organisatie
Organisatie is het vermogen om informatie en materialen te ordenen en te structureren.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat organisatie is en geef een voorbeeld van hoe het in het dagelijks leven kan worden toegepast.
Timemanagement
Timemanagement is het vermogen om tijd effectief te gebruiken om doelen te bereiken.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat timemanagement is en geef een voorbeeld van hoe het in het dagelijks leven kan worden toegepast.
Metacognitie
Metacognitie is het vermogen om je eigen denken en leren te begrijpen en te sturen.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat metacognitie is en geef een voorbeeld van hoe het in het dagelijks leven kan worden toegepast.
Wat is het vermogen om van strategie te veranderen als de omstandigheden veranderen?
A
Flexibiliteit
B
Metacognitie
C
Organisatie
D
Inhibitie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vermogen om informatie tijdelijk vast te houden en te manipuleren?
A
Werkgeheugen
B
Timemanagement
C
Planning
D
Flexibiliteit

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vermogen om impulsen te onderdrukken die ons kunnen afleiden van onze doelen?
A
Organisatie
B
Metacognitie
C
Flexibiliteit
D
Inhibitie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen we onze executieve functies verbeteren?
We kunnen onze executieve functies verbeteren door middel van oefeningen, goede voeding en voldoende slaap.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit hoe we onze executieve functies kunnen verbeteren en geef praktische tips.
Waarom zijn executieve functies belangrijk?
Executieve functies zijn belangrijk voor het dagelijks functioneren en voor het succes op school en werk.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit waarom executieve functies belangrijk zijn en hoe ze kunnen bijdragen aan succes op verschillende gebieden.
Samenvatting
Executieve functies zijn processen in de hersenen die ons helpen om taken te plannen, organiseren en uitvoeren. Er zijn verschillende executieve functies, zoals inhibitie, werkgeheugen en flexibiliteit. We kunnen onze executieve functies verbeteren door middel van oefeningen, goede voeding en voldoende slaap.

Slide 18 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de leerlingen om vragen te stellen of feedback te geven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.