PSY A les 5 periode 2

Hoofdstuk 3:   Denken en Leren


PSY-A - Niveau 4 - Periode 2 - schooljaar 2020 - 2021
Les 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
PsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3:   Denken en Leren


PSY-A - Niveau 4 - Periode 2 - schooljaar 2020 - 2021
Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaan jullie dit leren:
5 minuten
Opstarten les
25 minuten 
Uitleg theorie
25 minuten
Zelfstandig werken
5 minuten
Afronden les

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan jullie vandaag leren: 

Aan het einde van de les kunnen jullie: 

1.  Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe de cognitieve ontwikkeling verloopt van 0 - 2 jaar
2. Aan het einde van de les kun je het begrip objectpermanentie uitleggen
3. Aan het einde van de les weet je het verschil tussen animistisch
en magisch denken

Slide 3 - Tekstslide

3.3 Kinderen leren zo
Sabbelen en imiteren 0 - 2 jaar    -  Reflexen - sensomotorische fase Piaget
8 - 12 maanden: Voorspellen  
Bewust armen omhoog doen, bij zien van moeder

OBJECTPERMANENTIE

12 - 18 maanden: Experimenteren
voorwerpen laten vallen, hard, zacht of via de tafel.
wat gebeurd er dan? 



Slide 4 - Tekstslide

Wat bedoelen wij met mentale representatie als we het hebben over de cognitieve ontwikkeling?

Slide 5 - Open vraag

Mentale representatie
18 maanden - 2 jaar

Je inbeelden hoe iets eruit zou kunnen zien
- minder experimenteren met gedrag
- inbeelden, nadenken en nadoen

Slide 6 - Tekstslide

2-4 jaar: Tussen fantasie en werkelijkheid
Piaget: preoperationele fase
Voorstelling maken van situaties, voorwerpen
Herkenbaar: kinderen gaan ordenen en benoemen van de wereld om hun heen.
Mentale representatie wordt steeds sterker

Animistisch       -         Magisch denken

Slide 7 - Tekstslide

Animistisch denken
Kinderen geloven dat voorwerpen kunnen denken, gevoelens en wensen hebben.

Voorbeeld: 
Kind stoot de teen tegen een tafel en zegt: Stoute stoel!!

Slide 8 - Tekstslide

Magisch denken


Kinderen kunnen moeilijk onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid.


voorbeeld: 
Tijdens een spelactiviteit zijn de kinderen dieren, vervolgens vertel je dat ze weer kind zijn. Deze omschakeling kunnen kinderen moeilijk maken 

Slide 9 - Tekstslide

HW: Ontwikkelingstabel: H2 aanpassen
H3: cognitieve ontwikkeling

Slide 10 - Tekstslide

Wat is magisch denken en wat is Animistisch denken?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide