In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhalen 2.1
Nakijken maakwerk 2.1
Lezen en bespreken 2.2
(Werken aan opdrachten 2.2)
Slide 2 - Tekstslide
Istanbul is een megastad. Wat is een megastad?
A
Een stad met meer dan 1 miljoen inwoners
B
Een stad met meer dan 100 miljoen inwoners
C
Een stad met meer dan 100.000 inwoners
D
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een wereldstad? Geef vervolgens een voorbeeld van een wereldstad?
Slide 4 - Open vraag
2 beweringen
1. Een wereldstad is altijd een hoofdstad 2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 5 - Quizvraag
Wat is verstedelijkingsgraad?
A
Aantal steden in een land.
B
Groei van het aantal steden in een land.
C
Percentage van de bevolking dat in steden woont.
D
Groei van de bevolking in steden.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is verstedelijkingstempo?
A
Snelheid waarmee er meer steden in een land komen.
B
De groei van de steden in oppervlakte.
C
Percentage waarmee de stedelijke bevolking jaarlijks toeneemt.
D
De groei van het aantal steden in een land.
Slide 7 - Quizvraag
8. Maak de juiste combinaties.
rijk land
arm land
arm land
rijk land
hoge verstedelijkingsgraad
lage verstedelijkingsgraad
hoog verstedelijkingstempo
laag verstedelijkingstempo
Slide 8 - Sleepvraag
Waarom is het verstedelijkingstempo in arme groter dan in rijke landen? geef twee redenen.
Slide 9 - Open vraag
Huiswerk nakijken
Controle!
2,4,5,6
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen 2.2
Slide 11 - Tekstslide
Gebiedskenmerken:
Niet elk gebied is geschikt voor steden.
Wel geschikt: voldoende neerslag, niet te koud, bereikbaar (rivieren, wegen), vlak, vruchtbaar, aan de kust.
Slide 12 - Tekstslide
Relatieve ligging
Relatieve ligging = ligging ten opzichte van andere plaatsen. 'Papendrecht ligt 20km ten oosten van Rotterdam, is 20 minuten rijden etc.
midden in het land, of juist aan de grens/ kust
goede verbindingen met andere steden
Bijvoorbeeld: Brussel 'spin in het web'
Stedelijk netwerk
Slide 13 - Tekstslide
Primate city
De primate city is de grootste en meest dominante stad in een regio op gebied van bevolking en functies (politiek, cultureel en economisch).
Ongeveer vijf keer groter dan de tweede stad (soms ook minder…)
Lagos en Bangkok zijn voorbeelden
Primate cities vind je vaak in arme landen. In deze landen trekken veel mensen naar de/ een stad vanwege economische kansen. Daarnaast groeit de bevolking in deze landen snel, waardoor een dergelijke stad snel kan groeien
Slide 14 - Tekstslide
Satellietstad
Nieuwe stad, buiten de oude stad, om de oude stad te ontlasten en om de bevolking te spreiden.
Voorbeeld: Caïro - heeft diverse satellietsteden (new towns) en Egypte krijgt zelfs een nieuwe hoofdstad!
Nieuwe hoofdstad
Egypte krijgt een nieuwe hoofdstad, maar heeft nog geen naam.
Congestie verkeer en OV in Caïro met vuile lucht
Huizencrisis in Caïro
Bouw nieuwe stad levert werk op
Veiligheid: niewe stad is beter te beveiligen
Slide 15 - Tekstslide
Satellietstad Zoetermeer
Er was veel behoefte aan woningen in en rondom Den Haag. Den Haag wilde Leidschendam als satellietstad. Dit werd uiteindelijk Zoetermeer omdat Zoetermeer bereid was wel uit te breiden
Slide 16 - Tekstslide
Koloniale dubbelstad
Stad met een oud (islamitisch) centrum (medina) en een modern deel uit de koloniale tijd (ville nouvelle).
Medina
Smalle, doodlopende straten/ steegjes en ramen vaak hoger dan ooghoogte (privacy!), ommuurd
Medina (2)
Ville nouvelle
Door de koloniale machten (in geval van Marokko was dat Frankrijk) werden moderne stadsdelen tegen de medina gebouwd. Het straatpatroon is recht, breed met Euopese gebouwen. Vb. Marrakech.
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag!
markeer opdracht
geef elk leerdoel een kleur!
zoek het leerdoel in de tekst en geef deze dezelfde kleur.